Scannen met Basisinstellingen
Dit verklaart de procedure voor het bedienen en scannen vanuit een TWAIN-compatibele toepassing.
Als u de instellingen configureert overeenkomstig de procedure afgebeeld in het scherm in het tabblad [Basismodus], kunt u scannen met de basisinstellingen.
1.
Het apparaat op online instellen.
Als [Instellingen Systeembeheer] > [Automatisch online voor scan op afstand] is uitgeschakeld, selecteert u [Scannen] > [Scanner op afstand] uit de scanfuncties om het apparaat op online in te stellen. Raadpleeg de apparaathandleiding voor meer informatie.
2.
Het origineel in het apparaat instellen.
3.
Selecteer de scanfuncties uit het toepassingsmenu → selecteer het apparaat.
Het scherm scaninstellingen van ScanGear MF wordt weergegeven.
De procedure voor het weergeven van het scherm scaninstellingen kan afwijken afhankelijk van de toepassing.
4.
Open het tabblad [Basismodus].
5.
Selecteer het type te scannen origineel in [Bron selecteren] → als het origineel op de plaat is ingesteld, klikt u op [Voorbeeld].
Het bijsnijdkader (scanbereik) verschijnt als een stippellijn op het voorbeeld.
6.
Selecteer [Doel selecteren] en [Uitvoerformaat].
7.
Pas het formaat en de positie van het bijsnijdkader aan met de toolknop en de muis.
U kunt meerdere bijsnijdkaders instellen. Als meerdere kaders zijn ingesteld, wordt elk bijsnijdkader gescand als een afzonderlijke afbeelding.
8.
Selecteer indien nodig [Correctie van vervaging] om de afbeelding te corrigeren.
9.
Klik op [Scannen].
Als het scannen voltooid is, wordt de afbeelding in de toepassing ingelezen.
OPMERKING U kunt mogelijk niet scannen vanaf het tweede origineel of er verschijnt mogelijk een foutmelding nadat u een origineel hebt gescand. Als dit gebeurt, moet u elk origineel afzonderlijk instellen en scannen.
Verwante onderwerpen