84YX-002
Ontvangen faxen per e-mail doorsturen
Configureer de machine om faxen automatisch door te sturen naar een e-mailadres dat in het adresboek is geregistreerd. Volg hiervoor de volgende stappen.
Stap 1 Registreer een e-mailadres voor doorsturen in het adresboek
1
Selecteer <Adresboek> in het scherm Start.
2
Selecteer <Best. registreren>.
Als het scherm wordt weergegeven waarin u de pincode voor het adresboek moet invoeren,
U kunt geen bestemmingen in het adresboek toevoegen of bewerken. Voer met de volgende stappen de pincode in.
1
Voer de pincode in.
2
Selecteer <Toepassen>.
3
Selecteer<E-mail> als bestemmingstype.
4
Selecteer <Naam> en voer de naam in die in het adresboek moet worden geregistreerd.
Het registreren van <Naam> is optioneel. Als u <Naam> registreert, kan er alfabetisch op de bestemming worden gezocht.
5
Selecteer <Toepassen>.
6
Selecteer <E-mailadres> en voer het e-mailadres in dat moet worden geregistreerd.
7
Selecteer <Toepassen>.
8
Selecteer <Registreren als>.
9
Selecteer <Favorieten> of <Kiescode>.
Als u <Kiescode> selecteert, selecteert u het bestemmingsnummer of selecteert u <Num.toetsen gebr.> en voert u het bestemmingsnummer in.
10
Selecteer <Toepassen>.
Nu is het e-mailadres in het adresboek geregistreerd.
Stap 2 Configureer de machine voor het automatisch doorsturen van faxen
1
Selecteer <Menu> in het scherm Start.
2
Selecteer <Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>.
3
Selecteer <Instellingen voor doorsturen>
<Doorzendfunctie>.
4
Selecteer <Aan> in <Doorzendfunctie gebruiken>.
5
Geef het adres en de bestandsnaam voor het doorsturen op.
1
Selecteer <Doorzendbestemming>.
2
Selecteer vanuit het adresboek het selectievakje voor het e-mailadres voor doorsturen.
3
Selecteer <Toepassen>.
4
Selecteer <Bestandsnaam> en geef een tekenreeks op die in de bestandsnaam moet worden gebruikt.
OPMERKING
Als u geen tekenreeks met <Bestandsnaam> opgeeft, wordt er een bestandsnaam toegewezen met de indeling: communicatiebeheernummer (vier cijfers)_verzenddatum en -tijd_documentnummer (drie cijfers).bestandsextensienaam. Aan het begin van deze bestandsnamen wordt een tekenreeks opgegeven met <Bestandsnaam>.
6
Selecteer <Toepassen>.
Nu is het automatisch doorsturen van faxen geconfigureerd.
Nu stuurt de machine alle ontvangen faxen automatisch door naar de opgegeven bestemming.
Als het doorsturen mislukt,
U kunt de oorzaak achterhalen door de foutcode te controleren. Dit doet u als volgt.
<Menu>
<Uitvoerrapport>
<Lijst afdrukken>
<Communicatiebeheerrapport>
Controleer of het papier dat in het apparaat is geladen, dezelfde grootte en hetzelfde type als op het scherm heeft en selecteer <Start>
Als u documenten die niet kunnen worden doorgestuurd in het geheugen wilt opslaan,
Gebruik de volgende instelling om documenten in het geheugen op te slaan als ze niet kunnen worden doorgestuurd.
<Menu>
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<Instellingen voor doorsturen>
<Afbeeld. in geheugen opslaan>
<Alleen bij fout>
Selecteer <Statusmonitor>
<Fouten met doorzenden van faxen> voor een lijst van de documenten die in het geheugen zijn opgeslagen. Selecteer een document uit de lijst om het te printen, opnieuw te verzenden of te verwijderen.