84YX-013
Een fax verzenden naar een bestemming die eerder is opgegeven
Hier wordt beschreven hoe u de bestemming uit het verzendlogboek kunt opgeven en er een fax naartoe kunt verzenden.
1
Plaats het origineel in de documentinvoer of op de glasplaat.
2
Selecteer <Fax> in het scherm Start.
Als een aanmeldingsscherm verschijnt,
Geautoriseerd verzenden is ingesteld op het apparaat. Meld u aan met de volgende stappen.
1
Voer uw gebruikersnaam in.
2
Voer het wachtwoord in.
3
Selecteer de verificatieserver.
4
Selecteer <Aanmelden>.
3
Selecteer <Reset>.
Als de bestemmingen die zijn ingesteld door de vorige gebruiker, nog zijn geselecteerd, kan dit een transmissiefout geven. Reset altijd de instellingen voordat u faxen verstuurt.
4
Selecteer <Instellingen oproepen> op het tabblad <Bestemming opgeven>.
Als het verzendlogboek niet wordt weergegeven,
Als <Beperk opn. verz. vanuit log> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze functie niet gebruiken. Wijzig de instelling in <Uit>.
<Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Algemene instellingen> <Beperk opn. verz. vanuit log> <Uit> |
Als <Beperk nieuwe bestemmingen> is ingesteld op <Aan>, worden de eerder gebruikte bestemmingen verwijderd en kunt u deze functie niet gebruiken. Wijzig de instelling in <Uit>.
<Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Algemene instellingen> <Beperk nieuwe bestemmingen> <Uit> |
Als u het apparaat uitschakelt, worden de eerder gebruikte bestemmingen verwijderd en kunt u deze functie niet gebruiken.
Als u bij het verzenden van een fax rechtstreeks een bestemming invoert, wordt de bestemming niet geregistreerd en niet weergegeven in het verzendlogboek.
5
Selecteer de bestemming.
Als het vorige item in het logboek naar meerdere bestemmingen is verzonden, wordt alleen de eerste bestemming weergegeven in het logboek, maar door het item te selecteren, worden alle bestemmingen opgegeven.
De geselecteerde bestemming en de scaninstellingen die de vorige keer zijn gebruikt, worden opgegeven.
Bestemmingen verwijderen,
1
Selecteer <Bevestig bestemming>.
2
Selecteer de bestemmingen die u wilt verwijderen en selecteer <Verwijder vn best.>.
3
Selecteer <Ja>.
6
Geef indien nodig de scaninstellingen op.
7
Selecteer <Start>.
Als het scherm <Bevestig bestemming> verschijnt, controleert u of de bestemmingen correct zijn en selecteert u <Scannen starten>.
Het scannen wordt gestart.
Als het origineel in de documentinvoer wordt geplaatst
Als het scannen is voltooid, worden de faxen verzonden.
Als het origineel op de glasplaat wordt geplaatst,
Als het scannen is voltooid, voert u de volgende handelingen uit.
1
Selecteer het originele formaat.
Als er maar één pagina hoeft te worden gescand, gaat u verder met stap 3.
2
Leg het volgende origineel op de glasplaat, en selecteer <Volg. scannen>.
Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand.
3
Selecteer <Verz. starten>.
De faxen worden verzonden.