> Als u niet goed kunt afdrukken > Het afdrukresultaat is niet goed > Er verschijnen vlekken op afdrukken
50FK-037

Er verschijnen vlekken op afdrukken

Mogelijke oorzaken: u gebruikt niet het juiste papier, of er is een probleem met de gebruiksomgeving. Controleer de volgende punten.

Gebruikt u geschikt papier?

Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier.

Verschijnen er vlekken als u het apparaat gebruikt in een omgeving met lage vochtigheid?

Verander de instelling voor <Modus lage vochtigheid>. Het verbeterende effect is sterker met <Modus 2> dan met <Modus 1>. Probeer eerst met <Modus 1>.  
OPMERKING
Als <Modus lage vochtigheid> is opgegeven, kan de afdrukdichtheid lager of ongelijk zijn als het apparaat wordt gebruikt in een omgeving met hoge vochtigheidsgraad.

Verschijnen er vlekken afhankelijk van de papiersoort of de bedrijfsomgeving?

Verander de instelling van <Vage afbeelding corrigeren>. Het verbeterende effect is het laagst met <Modus 1> en het hoogst met <Modus 4>. Probeer de instelling uit, te beginnen met <Modus 1>.  
OPMERKING
Een sterker verbeterend effect instellen kan leiden tot lagere afdrukdichtheid of lagere afdruksnelheid. Het kan ook leiden tot minder scherpe randen en ruwere details.
Als [Modus Barcodeaanpassing] in het printerstuurprogramma is opgegeven, is de instelling <Vage afbeelding corrigeren> uitgeschakeld.

Wordt het apparaat gebruikt in een omgeving waar de temperatuur snel en sterk verandert?

Als er snelle temperatuurveranderingen optreden in de omgeving van het apparaat, kan condensatie optreden, wat leidt tot vage of 'doorlopende' afbeeldingen en tekst. Als <Vochtverwijdering> is ingesteld op <Aan>, wordt condens binnen het apparaat verwijderd. Afhankelijk van de temperatuurverandering kan condens automatisch worden veranderd.  
BELANGRIJK
Als het condens is verwijderd, gaat het afdrukken misschien niet goed, en kan er leeg papier worden 'geproduceerd'.
Als u instelt op <Aan>, moet u het apparaat AAN laten om het effect van condensverwijdering te behouden.
Als u <Aan> kiest, wordt de instelling van automatisch uitschakelen gedeactiveerd.