518L-005
[Windows] Het af te drukken papiertype instellen
Volg de onderstaande procedure.
OPMERKING
Wanneer u afdrukt vanuit een Windows Store-apps, is het aantal functies dat u kunt instellen beperkt aangezien u het afdrukinstellingenscherm van het stuurprogramma niet kunt openen.
1
Selecteer het afdrukmenu van de toepassing.
2
Selecteer nu in het afdrukscherm het apparaat dat u gebruikt → klik op [Voorkeursinstellingen].
"Eigenschappen van printer" of "Eigenschappen" kan verschillen, afhankelijk van de toepassing.
3
Toon het tabblad [Papierbron] van het scherm met de afdrukinstellingen.
4
Selecteer [Papiersoort] bij [Selecteren op].
5
Selecteer de gewenste verwerking in [Papierselectie].
U kunt de toevoermethode kiezen voor de te bedrukken pagina.
[Hetzelfde papier voor alle pagina's]/[Verschillend voor eerste, overige en laatste pagina's]/[Verschillend voor eerste, tweede, overige en laatste pagina's]
Hiermee kunt u het papiertype voor de beoogde pagina's opgeven.
[Verschillend voor voorblad en overige pagina's] *
Hiermee kunt u het papier opgeven voor het voorblad en andere pagina's.
* [Verschillend voor voorblad en overige pagina's] kunt u selecteren als [Boekje afdrukken] is ingesteld op één van de volgende mogelijkheden.
Tabblad [Algemene instellingen]

[Enkelzijdig/Dubbelzijdig/Boekje afdrukken]

[Boekje afdrukken]
Tabblad [Afwerking]

[Afdrukstijl]

[Boekje afdrukken]
[Invoegbladen]
Hiermee kunt u vellen papier tussen specifieke pagina's invoegen. Ook kunt u de volgende instellingen configureren.
[Invoegbladinstellingen]/[Oorspronkelijke papiersoort]
[Voorbladen gebruiken bij transparanten] *
Hiermee kunt u vellen papier tussen transparanten invoegen, als u op transparanten afdrukt. Ook kunt u de volgende instellingen configureren.
[Voor-/achterbladen]/[Transparanten]/[Afdrukken op voorbladen]
* [Voorbladen gebruiken bij transparanten] kunt u selecteren als de volgende papierformaten zijn ingesteld.
Tabblad [Algemene instellingen]/[Pagina-instelling]

[Uitvoerformaat]

[A4]/[Letter]
6
Selecteer het papiertype voor iedere beoogde pagina.
Stel het papiersoort in in het dialoogvenster [Papiersoortinstellingen] dat verschijnt als u op [Instellingen] klikt.
Klik op [Papiergegevens ophalen], en selecteer het papiertype in [Papiersoort] en klik vervolgens op [OK].
7
Stel naar behoefte de andere functies in.
8
Klik op [OK] in het scherm met afdrukinstellingen.
9
Klik op [Afdrukken] of [OK] op het afdrukscherm.