> Als beelden zoals deze worden uitgevoerd > Afgedrukte afbeeldingen zijn niet zo duidelijk als u verwacht > In afbeeldingen met een hoge densiteit komen gebieden met ongelijkmatige glans, tonerspatten rond de randen of kleine witte vlekken voor.
531J-020

In afbeeldingen met een hoge densiteit komen gebieden met ongelijkmatige glans, tonerspatten rond de randen of kleine witte vlekken voor.

De secundaire spanning die de toner naar het papier overdraagt komt niet overeen met de specifieke kenmerken van het papier. Bekijk de onderstaande oplossing.
Afbeeldingen met een hoge densiteit kunnen delen met ongelijkmatige glans vertonen. (Type A)
Bij afbeeldingen met een hoge densiteit kan de toner langs de randen spatten. (Type A)
Er verschijnen kleine witte vlekjes die eruitzien als luchtbellen. (Type B)
Er verschijnen kleine witte vlekjes. (Type B)
Oplossing
Om deze situatie te verbeteren, past u de waarde voor <Aanpassen secundaire overdrachtspanning> aan de specifieke kenmerken van het papier aan. Er zijn twee soorten problemen: type A en type B. Pas de waarde aan op basis van het probleem met uw afdruk.
Druk op  → [Voorkeuren] → [Papierinstellingen] → [Instellingen Beheer papiertype] → selecteer het type papier dat u gebruikt en dat dit probleem heeft → druk op [Details/Bewerken] → [Wijzigen] voor <Aanpassen secundaire overdrachtspanning> → pas de spanningswaarde aan. Bij type A moet de spanningswaarde richting pluspunt worden aangepast. Bij type B moet de spanningswaarde richting minpunt worden aangepast.
"Papiertypebeheer" > "De secundaire overdrachtspanning aanpassen" in de Gebruikershandleiding