531J-013
Afdrukken uitlijnen
Als de afdrukken verkeerd zijn uitgelijnd of als de randen van de afdrukken zijn gevouwen in de uitvoerlade van de afwerkeenheid, volgt u de onderstaande procedures om het probleem op te lossen.
1
Druk op

→ [Aanpassen/Onderhoud] → [Aanpassen actie] → [Aanpassing uitlijning finisher lade A] of [Aanpassing uitlijning finisher lade B].

"Aanpassing voor beeldkwaliteit en afwerking (kalibratie)" > "Aanpassen actie" > "Papieruitlijning op Finisherblad A/B/C" in de Gebruikershandleiding
2
Druk op [-] of [+] om de papieruitlijning aan te passen.
Als de randen van de afdrukken zijn gevouwen
Druk op [-] om de breedte voor het uitlijnen van afdrukken te vergroten.
Als de afdrukken verkeerd zijn uitgelijnd
Druk op [+] om de breedte voor het uitlijnen van afdrukken te verkleinen.
OPMERKING
Als u [Nieten] in de afwerkingsmodus instelt, worden de instellingen in [Aanpassing uitlijning finisher lade A] en [Aanpassing uitlijning finisher lade B] uitgeschakeld.
Afhankelijk van de finisher die u gebruikt is de bovenstaande functie mogelijk niet beschikbaar.
Dun papier uitlijnen

De frequentie van de foutieve uitlijning van afdrukken neemt toe in vergelijking met andere papiersoorten bij gebruik van "Dun 2 (52 g/m2 tot 63 g/m2 (13,8 lb bond tot 16,8 lb bond))" papier als gevolg van de kenmerken van het papier. Het instellen van [Uitlijningsprioriteit] voor [Uitvoerprioriteitsinstellingen Finisher (Dun)] kan de situatie verbeteren.

"Aanpassing voor beeldkwaliteit en afwerking (kalibratie)" > "Aanpassen actie" > "Instellingen van de uitvoerprioriteit van de finisher aanpassen" in de Gebruikershandleiding
OPMERKING
Deze instelling is alleen ingeschakeld bij gebruik van "Dun 2" papier en is uitgeschakeld bij gebruik van andere papiersoorten als "Normaal" of "Dun 1 (64 g/m2 tot 79 g/m2 (17 lb bond tot 21 lb bond))" papier.
Afhankelijk van de finisher die u gebruikt is de bovenstaande functie mogelijk niet beschikbaar.