9FJU-00A
Afdrukken vanaf een computer veroorzaakt een fout (netwerkomgeving)
Als u het IP-adres van het apparaat wijzigt of een printer toevoegt, kan er een fout optreden en is afdrukken misschien niet mogelijk.
Dit probleem treedt op wanneer er een probleem is met de instelling van de afdrukpoort. Meld u aan bij de computer als beheerder en configureer de instellingen.
1
Selecteer in Windows [
Start]
[
Instellingen].
2
Klik op [Apparaten].
3
Klik op [Printers en scanners].
4
Klik op het pictogram van het stuurprogramma voor het apparaat en klik op [Manage].
5
Klik op [Eigenschappen van printer].
6
Klik op het tabblad [Poorten].
7
Kies de poortinstellingen.
Als u een poort wilt toevoegen,
Voeg een nieuwe poort toe als u het IP-adres van het apparaat hebt veranderd of als u niet de juiste poort hebt geselecteerd toen u het stuurprogramma uit de Windows-printermap installeerde.
1
Klik op [Poort toevoegen].
2
Selecteer [Standard TCP/IP Port] in [Beschikbare poorttypen] en klik op [Nieuwe poort].
3
Klik op [Volgende].
4
Voer het IP-adres of de DNS-naam van het apparaat in en klik op [Volgende].
De [Poortnaam] wordt automatisch ingevoerd. Indien nodig, kunt u deze veranderen.
OPMERKING
Als het volgende scherm verschijnt, volg dan de aanwijzingen op het scherm.
*Als u [Apparaattype] wilt instellen, selecteer dan [Canon Network Printing Device with P9100] voor [Standaard].
5
Klik op [Voltooien].
6
Klik op [Sluiten].
Als u het poorttype en -nummer wilt veranderen,
Als u de instellingen voor het afdrukprotocol (LPD of RAW) of het poortnummer op het apparaat wijzigt, moet u ook de instellingen op de computer in dezelfde instellingen wijzigen. Deze handeling is niet nodig voor de WSD-poort.
1
Klik op [Poort configureren].
2
Selecteer [Raw] of [LPR] in [Protocol].
Als u [Raw] hebt geselecteerd, verander dan het [Poortnummer].
Als u [LPR] hebt geselecteerd, voer dan 'lp' in [Wachtrijnaam] in.
3
Klik op [OK].
8
Klik op [Sluiten].