9AK2-04R
Toner wordt niet goed op de afbeelding aangebracht
De temperatuur van het fixeren van de toner komt niet overeen met de specifieke kenmerken van het papier. Bekijk de onderstaande oplossingen.
Toner wordt niet goed op de afbeelding aangebracht
← Invoerrichting
Remedie
Om deze situatie te verbeteren, past u de waarde voor <Aanpassen glans/fijn zwart> aan de specifieke kenmerken van het papier aan.
BELANGRIJK
Deze functie wordt alleen weergegeven als de instellingen beschikbaar zijn gemaakt door uw erkende Canon-dealer. Zelfs als deze functie wordt weergegeven, mogen de instellingen ervan alleen door de systeembeheerder worden aangepast. Neem voor meer informatie over het aanpassen van de instellingen contact op met uw Canon-dealer.
Druk op 
→ [Voorkeuren] → [Papierinstellingen] → [Instellingen Beheer type papier] → selecteer het type papier dat u gebruikt en dat dit probleem heeft → druk op [Details/Bewerken] → [Wijzig.] voor <Aanpassen glans/fijn zwart> om [Glans] aan te passen richting het pluspunt.
→ [Voorkeuren] → [Papierinstellingen] → [Instellingen Beheer type papier] → selecteer het type papier dat u gebruikt en dat dit probleem heeft → druk op [Details/Bewerken] → [Wijzig.] voor <Aanpassen glans/fijn zwart> om [Glans] aan te passen richting het pluspunt.
'Instellingen beheer type papier' > 'Aanpassen glans/fijn zwart' in de GebruikershandleidingOPMERKING
Als de toner niet zoals verwacht op structuurpapier wordt aangebracht, voert u een of meer van de volgende aanpassingen uit, zelfs wanneer u de bovenstaande aanpassing hebt uitgevoerd. Hierdoor kan de situatie verbeteren.
Druk op → [Voorkeuren] → [Papierinstellingen] → [Instellingen Beheer type papier] → selecteer het type papier dat u gebruikt en dat dit probleem heeft → druk op [Details/Bewerken] → [Wijzig.] voor <Fixeerdruk aanpassen> zodat de waarde wordt aangepast richting het pluspunt.
→ [Voorkeuren] → [Papierinstellingen] → [Instellingen Beheer type papier] → selecteer het type papier dat u gebruikt en dat dit probleem heeft → druk op [Details/Bewerken] → [Wijzig.] voor <Fixeerdruk aanpassen> zodat de waarde wordt aangepast richting het pluspunt. 'Instellingen beheer type papier' > "Fixeerdruk aanpassen" in de GebruikershandleidingDruk op → [Voorkeuren] → [Papierinstellingen] → [Instellingen Beheer type papier] → selecteer het type papier dat u gebruikt en waarbij dit probleem optreedt → druk op [Details/Bewerken] → stel <Tonerreductiemodus> in op [Aan].
→ [Voorkeuren] → [Papierinstellingen] → [Instellingen Beheer type papier] → selecteer het type papier dat u gebruikt en waarbij dit probleem optreedt → druk op [Details/Bewerken] → stel <Tonerreductiemodus> in op [Aan]. 'Instellingen beheer type papier' > 'Tonerreductiemodus' in de GebruikershandleidingWanneer deze instelling is opgegeven, kan de afgedrukte afbeelding vaag worden.
Druk op → [Aanpassen/Onderhoud] → [Aanpassen beeldkwaliteit] → stel <Hoge glansmodus> in op [Aan].
→ [Aanpassen/Onderhoud] → [Aanpassen beeldkwaliteit] → stel <Hoge glansmodus> in op [Aan]. 'Afdruk- en afwerkingskwaliteit aanpassen' > 'Aanpassen beeldkwaliteit' > "Hoge glansmodus" in de GebruikershandleidingNadat u een afdrukopdracht hebt voltooid, moet u de instelling op het apparaat herstellen om te voorkomen dat de instelling op de volgende afdrukopdracht wordt toegepast.