Eerder gebruikte bestemmingen opgeven (fax)

 
U kunt een bestemming selecteren uit de drie laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte faxinstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd.
Als <Beperk opn. verz. vanuit log> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren
Als u het apparaat uitschakelt of <Beperk nieuwe bestemmingen> instelt op <Aan>, worden de eerder gebruikte bestemmingen verwijderd en is deze functie niet beschikbaar. Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen
De bestemmingen in Handmatig verzenden zijn niet beschikbaar voor deze functie. Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden)
Wanneer u een bestemming opgeeft met deze functie, worden eerder opgegeven bestemmingen verwijderd.
1
Druk op  en tik op <Faxen>.
Wanneer het aanmeldingscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Vervolgens selecteert u de authenticatie-server en drukt u op Inloggen op Geautoriseerd Verzenden
2
Selecteer <Bestemming>  <Inst. oproepen>.
3
Selecteer een bestemming.
Als u een logboek met opeenvolgende verzendingen gebruikt, wordt alleen het adres voor de eerste verzending weergegeven, maar alle bestemmingen worden opgegeven. Faxen gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden (groepsverzending)
.
De geselecteerde bestemming en de faxinstellingen die toen is gebruikt, worden opgeven. U kunt ook de instellingen wijzigen voordat u verzendt.
Bestemmingen verwijderen
Als u logboek met opeenvolgende bestemmingen hebt gebruikt, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen.
0W59-02R