Toner besparen

 
U kunt in het printerstuurprogramma zo instellen dat minder toner wordt gebruikt bij het afdrukken van documenten.
Wanneer de tonerspaarstand is ingeschakeld, zullen dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid onduidelijk worden.
Tabblad [Kwaliteit] Selecteer het type document bij [Doel] Klik op [Geavanceerde instellingen] Selecteer [Tonerspaarstand] op het scherm [Geavanceerde instellingen] Selecteer [Aan] in de vervolgkeuzelijst [OK] [OK]

[Doel]

Selecteer het type document waarvoor u de tonerspaarstand wilt inschakelen.

[Geavanceerde instellingen]

Er verschijnt een scherm met een lijst met instellingen. Klik op [Tonerspaarstand] en selecteer [Aan] in de vervolgkeuzelijst onderaan het scherm.
U kunt opgeven of u de tonerspaarstand wilt inschakelen voor ieder documenttype. Geef voor elk documenttype dat wordt vermeld bij [Doel] of u de tonerspaarstand wilt inschakelen of niet.
Op het scherm [Geavanceerde instellingen] kunt u verschillende andere afdrukinstellingen dan de instellingen voor het besparen van toner opgeven. Klik voor meer informatie op [Help] in het scherm van het printerstuurprogramma.
105A-01H