Toner besparen
|
|
U kunt in het printerstuurprogramma zo instellen dat minder toner wordt gebruikt bij het afdrukken van documenten.
|
|
Wanneer de tonerspaarstand is ingeschakeld, zullen dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid onduidelijk worden.
|
Tabblad [Kwaliteit]
Selecteer het type document bij [Doel]
Klik op [Geavanceerde instellingen]
Selecteer [Tonerspaarstand] op het scherm [Geavanceerde instellingen]
Selecteer [Aan] in de vervolgkeuzelijst
[OK]
[OK]
[Doel]
Selecteer het type document waarvoor u de tonerspaarstand wilt inschakelen.
[Geavanceerde instellingen]
Er verschijnt een scherm met een lijst met instellingen. Klik op [Tonerspaarstand] en selecteer [Aan] in de vervolgkeuzelijst onderaan het scherm.
U kunt opgeven of u de tonerspaarstand wilt inschakelen voor ieder documenttype. Geef voor elk documenttype dat wordt vermeld bij [Doel] of u de tonerspaarstand wilt inschakelen of niet.
Op het scherm [Geavanceerde instellingen] kunt u verschillende andere afdrukinstellingen dan de instellingen voor het besparen van toner opgeven. Klik voor meer informatie op [Help] in het scherm van het printerstuurprogramma.
KOPPELINGEN