Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken

Sleutelparen en digitale certificaten voor gebruik met het apparaat zijn verkrijgbaar bij een certificeringsinstantie (CA). Wanneer u sleutelparen en CA-certificaatbestanden van een CA heeft verkregen, kunt u ze installeren en registreren via de Externe UI. Zorg ervoor dat het sleutelpaar en het certificaat voldoen aan de vereisten van het apparaat (Vereisten voor sleutels en certificaten). U kunt maximaal 5 sleutelparen (inclusief de vooraf geïnstalleerde sleutelparen) en maximaal 67 CA-certificaten (inclusief de 62 vooraf geïnstalleerde certificaten) registreren.
 
1
Start de Externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De Externe UI starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Beveiligingsinstellingen]  Klik op [Instellingen sleutel en certificaat] of [Instellingen CA-certificaat].
Klik op [Instellingen sleutel en certificaat] om een sleutelpaar te installeren of [Instellingen CA-certificaat] om een CA-certificaat te installeren.
4
Klik op [Sleutel en certificaat registreren] of [Registreer CA-certificaat].
Een geregistreerd sleutelpaar of CA-certificaat verwijderen
Klik rechts van het sleutelpaar of CA-certificaat dat u wilt wissen op [Verwijderen]  [OK]. U kunt niet de vooraf ingestelde CA-certificaten wissen.
Een sleutelpaar kan niet worden gewist als het op dat moment voor een bepaald doel wordt gebruikt, zoals wanneer [TLS] of [IEEE 802.1X] wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik]. Schakel in dat geval de functie uit of vervang het sleutelpaar en wis het. De vooraf geïnstalleerde CA-certificaten kunnen niet worden gewist.
Vooraf geïnstalleerde CA-certificaten uitschakelen of inschakelen
Klik op [Uitschakelen] rechts van het vooraf geïnstalleerde CA-certificaat dat u wilt wissen. U kunt het certificaat weer inschakelen door op [Inschakelen] rechts van het certificaat te klikken.
5
Klik op [Installeren].
U kunt slechts één bestand op dit apparaat installeren. Klik als een ander bestand al is geïnstalleerd op [Verwijderen]  [OK] als u het eerder geïnstalleerde bestand wilt wissen.
6
Klik op [Bladeren], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie].
Het sleutelpaar of CA-certificaat van de computer is geïnstalleerd op het apparaat.
7
Registreer het sleutelpaar of CA-certificaat.
Een sleutelpaar registreren
1
Klik op [Registreren] rechts van het sleutelpaar dat u wilt registreren.
2
Voer de naam van het sleutelpaar en het wachtwoord in en klik op [OK].
[Sleutelnaam]
Voer een naam in van maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het registratie van het sleutelpaar in het apparaat. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten.
[Wachtwoord]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord van de geheime sleutel die is ingesteld in het te registreren bestand.
Een CA-certificaat registreren
Klik op [Registreren] naast het CA-certificaat dat u wilt opslaan.
105A-036