Papier plaatsen

U kunt het papier plaatsen in de de papierlade, multifunctionele invoer, optioneel papiermagazijn of optionele enveloptoevoer. Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. De papierlade is handig wanneer u grote hoeveelheden papier gebruikt. Gebruik de multifunctionele invoer wanneer u tijdelijk een formaat of type papier wilt gebruiken dat niet in de papierlade is geplaatst. Raadpleeg Papier voor beschikbare papierformaten.
Papiersoorten en bijbehorende instellingen
Raadpleeg de onderstaande tabel om de papierinstellingen op te geven op basis van het type papier en het gewicht van het papier in de papierbron. Zie Het type en formaat papier opgeven voor meer informatie over het opgeven van de papierinstellingen op het apparaat. Zie Papier voor de hoeveelheid papier die u in elke papierbron kunt laden.
Papiersoort
Papiergewicht
Papierinstelling op het apparaat
Normaal papier *1
60 g/m²
<Normaal L2>
61 tot 70 g/m²
<Normaal L> *2
71 tot 89 g/m²
<Normaal>
Dik papier
90 tot 120 g/m²
<Zwaar 1>
121 tot 135 g/m²
<Zwaar 2>
136 tot 199 g/m²
<Zwaar 3>
Bond-papier
60 tot 75 g/m²
<Zwaar 1>
76 tot 90 g/m²
<Zwaar 2>
Enveloppen
<Envelop>
<Envelop H> *3
Etiketten
<Etiketten>
*1 Gerecycled papier is ook beschikbaar.
*2 Geef <Normaal L> op als papiertype, wanneer de afdrukken er gekruld uitkomen, terwijl <Normaal> is opgegeven.
*3 Geef <Envelop H> op als papiertype, wanneer de afdrukken er vervaagd uitkomen tengevolge van een slechte tonerhechting terwijl <Envelop> is opgegeven.
De volgende papiersoorten mag u niet gebruiken:
Gekreukeld of gevouwen papier
Gekruld of opgerold papier
Gescheurd papier
Vochtig papier
Zeer dun papier
Papier dat is afgedrukt met een thermal-transferprinter
Papier met een grove structuur
Glanzend papier
Papier met geringe stijfheid
Behandeling en opslag van papier
Bewaar het papier op een vlak oppervlak.
Bewaar het papier in de originele verpakking om het te beschermen tegen vocht of droogte.
Bewaar het papier niet op een manier waardoor het kan krullen of vouwen.
Bewaar het papier niet verticaal of plaatst niet te veel papier opeen.
Bewaar het papier niet in direct zonlicht, op een plaats die onderhevig is aan hoge vochtigheid of droogte of op een plaats met grote verschillen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Als u gaat afdrukken op papier dat vochtig is geworden
Er kan stoom vrijkomen in het uitvoergedeelte van het apparaat of er kunnen zich waterdruppels vormen op en rond het uitvoergedeelte. Dit is normaal. Het vocht in het papier verdampt op het moment dat er warmte wordt gegeneerd tijdens het fixeren van de toner (dit gebeurt meestal als de omgevingstemperatuur laag is).
1009-00S