
|
Papiersoort
|
Papiergewicht
|
Papierinstelling
op het apparaat |
|
Normaal papier
|
60 tot 89 g/m²
|
<Normaal>
|
|
60 tot 69 g/m²
|
<Normaal L>*1
|
|
|
Gerecycled papier
|
60 tot 89 g/m²
|
<Gerecycled papier>
|
|
Gekleurd papier
|
60 tot 89 g/m²
|
<Kleur>
|
|
Dik papier
|
90 tot 128 g/m²
|
<Zwaar 1>
|
|
129 tot 163 g/m²
|
<Zwaar 2>
|
|
|
Enveloppen
|
![]() |
<Envelop>
|
|
Etiketten
|
![]() |
<Etiketten>
|
|
*1 Geef <Normaal L> op als papiertype, wanneer de afdrukken er gekruld uitkomen, terwijl <Normaal> is opgegeven.
|
||
![]() |
De volgende papiersoorten mag u niet gebruiken:Gekreukeld of gevouwen papier
Gekruld of opgerold papier
Gescheurd papier
Vochtig papier
Zeer dun papier
Papier dat is afgedrukt met een thermal-transferprinter
Papier met een grove structuur
Glanzend papier
Behandeling en opslag van papierBewaar het papier op een vlak oppervlak.
Bewaar het papier in de originele verpakking om het te beschermen tegen vocht of droogte.
Bewaar het papier niet op een manier waardoor het kan krullen of vouwen.
Bewaar het papier niet verticaal of plaatst niet te veel papier opeen.
Bewaar het papier niet in direct zonlicht, op een plaats die onderhevig is aan hoge vochtigheid of droogte of op een plaats met grote verschillen in temperatuur of luchtvochtigheid.
|
![]() |
Als u gaat afdrukken op papier dat vochtig is gewordenEr kan stoom vrijkomen in het uitvoergebied van het apparaat of er kunnen zich waterdruppels vormen op de achterzijde van het bedieningspaneel of in het uitvoergebied. Dit is normaal. Het vocht in het papier verdampt op het moment dat er warmte wordt gegeneerd tijdens het fixeren van de toner (dit gebeurt meestal als de omgevingstemperatuur laag is).
|