U kunt veelgebruikte instellingen registreren in [Voorinstellingen] en de instellingen oproepen bij het verzenden van faxen.
U kunt een veelgebruikte voorinstelling ook zo instellen dat hij de volgende keer bij het verzenden van een fax verschijnt waarop u hem onmiddellijk kunt gebruiken.
1
Selecteer in het dialoogvenster [Druk af] de afdrukopties en maak van de te registreren functies een voorinstelling.
2
Selecteer [Bewaar huidige instellingen als voorinstelling] bij [Voorinstellingen].
3
Voer [Naam voorinstelling] in → selecteer [Beschikbaar voor].
4
Selecteer [Voorinstelling afdruktaak] in [Type] → klik op [OK].
[Voorinstelling afdruktaak] is de voorinstelling die wordt gebruikt voor algemene faxtaken. Om een voorinstelling te registreren voor gebruik in combinatie met [Voorinstelling afdruktaak], selecteert u [Aangepaste voorinstelling] in [Type].
Als u een geregistreerde voorinstelling vaak gebruikt, selecteer dan de voorinstelling en verzend een fax na het verrichten van de volgende procedure. De volgende keer dat u een fax verzendt, verschijnt hij in [Voorinstellingen]. Maar u moet iedere keer dat u een fax verzendt een bestemming opgeven.
5
Selecteer [Wijzig voorinstellingenlijst] bij [Voorinstellingen].
6
Hef de selectie van [Stel voorinstellingenmenu weer in op 'Standaardinstellingen' na afdrukken] op → klik op [OK].
This site uses cookies to provide its contents and functions and improve their qualities etc. You can find out more about our use of the cookies here. If you select "Reject", only cookies necessary to provide the contents and functions of the site are recorded and stored.