De apparaatopties instellen in het stuurprogramma

Dit verklaart de procedure voor het instellen van opties geïnstalleerd in het apparaat en het exclusief maken van functies voor het bruikbare apparaat.
Als de functie Apparaatgegevens ophalen niet automatisch is ingesteld, moet u de opties van het apparaat handmatig instellen overeenkomstig deze procedure.
Met deze instellingen kan het stuurprogramma de functies van het apparaat gebruiken en correct afdrukken.

Voorwaarden

Bevestig dat aan volgende voorwaarden wordt voldaan. Voltooi de voorbereidingsbewerkingen.
Installatie van het stuurprogramma
Instellingen op het apparaat
Als het apparaat is verbonden via een WSD-poort, is [Gebruik WSD bladeren] reeds ingesteld.
Als het apparaat is verbonden door een bepaalde standaard TCP/IP-poort in te stellen, is [Info afdrukbeheer bij host ophalen] reeds ingesteld.
Raadpleeg de handleiding van het apparaat voor meer informatie.
Wanneer u de computer start, moet u zich aanmelden als lid van Administrators.

Procedure

1.
Selecteer [Apparaten en printers].
Voor Windows 10:
Selecteer [Instellingen] > [Apparaten] > [Printers en scanners] > [Verwante instellingen] > [Apparaten en printers].
Voor Windows 8/8.1/Server 2012/Server 2012 R2:
Open de functiebalk in het scherm [Bureaublad] → klik op [Instellingen] > [Configuratiescherm] > [Hardware en geluiden] > [Apparaten en printers].
Voor Windows Vista/Server 2008:
Selecteer [] (Start) > [Configuratiescherm] > [Printere].
2.
Klik met de rechtermuisknop op het in te stellen apparaat → klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
3.
Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen].
Als de ophaalstatus voor de apparaatinformatie gelijk is aan [Auto], werd de apparaatinformatie al opgehaald. Klik op [OK] en voltooi.
4.
Klik op [Apparaatstatus opvragen].
5.
Als het bericht "Informatie ophalen van apparaat?" verschijnt, klikt u op [Ja].
Als de informatie werd opgehaald, de configuratie voor de optie Automatisch instellen bevestigen.
Als de informatie niet is opgehaald, de optie handmatig instellen. Selecteer de opties die bij het apparaat horen.
6.
Klik op [OK].

Verwante onderwerpen