
![]() |
|
Als <Geef instell. print.stuurprogr. prio. vr opdr. papiertafel> is ingesteld op <Aan>, krijgen instellingen van het printerstuurprogramma de prioriteit wanneer de papiertafel is opgegeven als de papierbron voor opdrachten vanaf het printerstuurprogramma.
Een papierstoring of andere afdrukproblemen kunnen optreden als het formaat en het type papier die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven, niet overeenkomen met die van het papier dat in de papiertafel is geplaatst.
|
/b_D02614_C.gif)


|
1
|
Druk op <Standaardformaat>.
|
|
2
|
Selecteer het papierformaat en druk op <OK>.
![]() |

|
1
|
Druk op <Gebruikersformaat>.
![]() U kunt ook <Vrij formaat> selecteren, waarbij u de papiergrootte niet hoeft op te geven. Selecteer <Vrij formaat> in gevallen zoals bij het laden en kopiëren met papier van onbekende grootte, of als een papiergrootte vooraf is geregistreerd in het printerstuurprogramma.
|
|
2
|
Geef de lengte van de zijde <X> en <Y> op.
![]() Druk op <X> of <Y> om met de numerieke toetsen de lengte van elke zijde in te voeren.
![]() Als u de papierformaten die u het vaakst gebruikt, opslaat onder knoppen <S1> tot <S5>, kunt u ze met een simpele druk op de knop oproepen. Opslaan van vrij formaat papier (papier van aangepast formaat)
|
|
3
|
Druk op <OK>.
|

|
1
|
Druk op <Envelop>.
|
|
2
|
Selecteer de plaatsing en het type envelop.
![]() Als u de plaatsing van de enveloppen hebt gewijzigd, drukt u op <Invoer korte kant> of <Invoer lange kant> en selecteert u het type envelop.
Als u verticale plaatsing hebt geselecteerd voor Nagagata 3, drukt u op <Volgende> en geeft u de lengte van de flap op.
Ga verder naar stap 5.
![]() Als u enveloppen met aangepast formaat plaatst, drukt u op <Gebruikersformaat>
<Volgende> en voert u de enveloppe-afmetingen in. Druk op <X> of <Y> en gebruik de numerieke toetsen om de lengte van de respectieve afmeting in te voeren.![]() Wanneer u Kakugata 2 gebruikt, moet u deze horizontaal plaatsen.
|
/b_D02619_C.gif)

/b_D02620_C.gif)
![]() |
Als een ander scherm dan voor het opgeven van het papierformaat en -type wordt weergegevenAls een melding verschijnt dat u de papiergeleider moet aanpassen, past u de breedte van de papiergeleider opnieuw aan en drukt u op <OK>.
|