<Tijdklok/Energie instellingen>

In dit gedeelte worden de timer- en energie-instellingen beschreven.

<Aanpassen tijd>

U kunt de tijd in minuten aanpassen.


Zelfs als u het tijdstip wijzigt van 23:59 in 00:00, zal de datum niet worden gewijzigd.

Datum- & tijdsinstellingen

Het instellen van de huidige datum en tijd is erg belangrijk. Voor instructies over het configureren van de instellingen raadpleegt u De datum/tijd instellen.

<Tijdweergave>

U kunt instellen of de tijd wordt weergeven in 24-uur of in 12-uur.

<Inst. voor snelle opstart vr hoofdschakelaar>

Als u deze functie instelt op <Aan>, duurt het minder lang voordat u bewerkingen op het scherm kunt uitvoeren en originelen kunt scannen nadat de machine is ingeschakeld.


Als deze functie is ingeschakeld In stand-by wordt er energie verbruikt, ook wanneer de machine uitstaat. Bij het in- en uitschakelen klinkt een pieptoon. (De machine kan echter misschien niet snel opstarten en dan hoort u de toon niet, afhankelijk van de status van de machine.) Zelfs als deze functie is ingeschakeld, start de machine niet snel op in de volgende situaties: Wanneer enige van de onderstaande netwerkinstellingen zijn ingeschakeld. AppleTalk Wifi Bluetooth Wanneer de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand wordt gezet nadat de hoofdschakelaar in de UIT-stand is gezet onder enige van de volgende voorwaarden Er zijn meer dan 110 uur verstreken na het snel opstarten Werken met opdrachten Opdrachten zijn gereserveerd Net na het gebruik van de telefoonlijnen Reservekopie maken van gegevens Toegang verkrijgen tot de machine via netwerk Na het aangeven van instellingen waarvoor herstarten van de machine is vereist Fout is opgetreden Gebruik van de modus Beperkte functies Het netsnoer is verwijderd na het uitschakelen van de machine Er zijn MEAP-toepassingen die snel opstarten niet ondersteunen aangesloten op de machine Wanneer de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand wordt gezet binnen 20 seconden nadat de machine is uitgeschakeld Wanneer de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand wordt gezet als meer dan acht uur zijn verstreken sinds de machine in de UIT-stand is gezet Wanneer de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand wordt gezet nadat de hoofdschakelaar in de UIT-stand is gezet vanuit de Remote UI (UI op afstand)

Als deze functie is ingeschakeld

In stand-by wordt er energie verbruikt, ook wanneer de machine uitstaat.

Bij het in- en uitschakelen klinkt een pieptoon. (De machine kan echter misschien niet snel opstarten en dan hoort u de toon niet, afhankelijk van de status van de machine.)

Zelfs als deze functie is ingeschakeld, start de machine niet snel op in de volgende situaties:

Wanneer enige van de onderstaande netwerkinstellingen zijn ingeschakeld.

AppleTalk

Wifi

Bluetooth

Wanneer de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand wordt gezet nadat de hoofdschakelaar in de UIT-stand is gezet onder enige van de volgende voorwaarden

Er zijn meer dan 110 uur verstreken na het snel opstarten

Werken met opdrachten

Opdrachten zijn gereserveerd

Net na het gebruik van de telefoonlijnen

Reservekopie maken van gegevens

Toegang verkrijgen tot de machine via netwerk

Na het aangeven van instellingen waarvoor herstarten van de machine is vereist

Fout is opgetreden

Gebruik van de modus Beperkte functies

Het netsnoer is verwijderd na het uitschakelen van de machine

Er zijn MEAP-toepassingen die snel opstarten niet ondersteunen aangesloten op de machine

Wanneer de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand wordt gezet binnen 20 seconden nadat de machine is uitgeschakeld

Wanneer de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand wordt gezet als meer dan acht uur zijn verstreken sinds de machine in de UIT-stand is gezet

Wanneer de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand wordt gezet nadat de hoofdschakelaar in de UIT-stand is gezet vanuit de Remote UI (UI op afstand)

<Automatische resettijd>

U kunt de tijdsperiode opgeven waarin bent afgemeld en het aanraakscherm automatisch teruggaat naar de standaardinstelling.

<Beperk Automatische resettijd>

Als u deze functie instelt op <Aan>, kunnen algemene gebruikers <Automatische resettijd> en <Functie na automatische reset> niet meer instellen.

<Functie na automatische reset>

U kunt instellen of het standaardscherm voor <Standaardscherm bij opstarten/herstellen> in <Voorkeuren> of het onmiddellijk voorafgaande scherm moet worden weergegeven bij het opstarten nadat automatisch resetten is gestart.


Als u <Initiële functie> selecteert, wordt het scherm dat is ingesteld in <Standaardscherm bij opstarten/herstellen>, weergegeven wanneer het automatisch resetten start. Als u <Geselecteerde functie> selecteert, wordt het scherm met basisfuncties voor de functie die u gebruikt, opnieuw weergegeven.

<Auto uitschakeltijd>

Met de modus Automatisch afsluiten wordt de machine automatisch uitgeschakeld als het aanraakscherm van de machine een bepaalde tijd na het activeren van de sluimermodus niet is gebruikt.


Deze functie wordt niet weergegeven als de faxkaart is geïnstalleerd. Als dit wordt weergegeven, stelt u <Auto uitschakeltijd> in op <0> en neemt u contact op met uw Canon-dealer. Zelfs wanneer u de machine bedient vanaf de Remote UI (UI op afstand), schakelt de machine automatisch uit als het touch panel display van de machine een bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Er kan zich een storing voordoen, vooral als de machine uitschakelt tijdens het importeren. Stel <Auto uitschakeltijd> op <0> bij het importeren van gegevens.

Deze functie wordt niet weergegeven als de faxkaart is geïnstalleerd. Als dit wordt weergegeven, stelt u <Auto uitschakeltijd> in op <0> en neemt u contact op met uw Canon-dealer.

Zelfs wanneer u de machine bedient vanaf de Remote UI (UI op afstand), schakelt de machine automatisch uit als het touch panel display van de machine een bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Er kan zich een storing voordoen, vooral als de machine uitschakelt tijdens het importeren. Stel <Auto uitschakeltijd> op <0> bij het importeren van gegevens.


Mogelijk wordt er niet automatisch afgesloten, afhankelijk van de gebruikscondities van de machine.

<Automatische uitschakeling wekelijkse timer>

U kunt het tijdstip instellen waarop de machine elke dag van de week automatisch wordt afgesloten. Als u deze functie gebruikt, hoeft u de machine niet elke dag handmatig uit te schakelen.


Als zowel <Auto uitschakeltijd> als <Automatische uitschakeling wekelijkse timer> zijn ingesteld, wordt prioriteit gegeven aan <Auto uitschakeltijd>.

<Automatische sluimertijd>

U kunt instellen na hoeveel tijd de machine automatisch naar de sluimermodus gaat wanneer er geen bewerkingen worden uitgevoerd.


Het wordt aangeraden dat voor deze instelling de standaardwaarde wordt gebruikt.

<Energieverbruik in Sluimermodus>

U kunt de hoeveelheid energie instellen die de machine in de Sluimer-modus verbruikt.


Indien de machine via een USB-kabel op een computer is aangesloten, is het mogeiljk dat de machine de gegevens niet juist kan ontvangen, afhankelijk van de tijd om naar de sluimermodus over te gaan. Reactiveer de machine vanuit de sluimermodus en voer de opdracht vervolgens opnieuw uit. Het energieverbruik is mogelijk hetzelfde wanneer <Hoog> is ingesteld als wanneer <Laag> is ingesteld, afhankelijk van de status van de machine.

Indien de machine via een USB-kabel op een computer is aangesloten, is het mogeiljk dat de machine de gegevens niet juist kan ontvangen, afhankelijk van de tijd om naar de sluimermodus over te gaan. Reactiveer de machine vanuit de sluimermodus en voer de opdracht vervolgens opnieuw uit.

Het energieverbruik is mogelijk hetzelfde wanneer <Hoog> is ingesteld als wanneer <Laag> is ingesteld, afhankelijk van de status van de machine.


Als er draadloze communicatie plaatsvindt terwijl <Energieverbruik in Sluimermodus> is ingesteld op <Laag>, en <Instellingen draadloos LAN> of <Gebruik Bluetooth> is ingeschakeld, moet <Compenseren voor netwerkcommunicatie> handmatig worden ingesteld op <Aan>. Als het energieverbruiksniveau is ingesteld op <Laag>, kan een communicatiefout optreden, afhankelijk van het netwerkhulpprogramma dat u gebruikt. Als u dit wilt vermijden, drukt u op de toets voor energiebesparing om de sluimermodus te annuleren voordat u de machine gebruikt.

Als er draadloze communicatie plaatsvindt terwijl <Energieverbruik in Sluimermodus> is ingesteld op <Laag>, en <Instellingen draadloos LAN> of <Gebruik Bluetooth> is ingeschakeld, moet <Compenseren voor netwerkcommunicatie> handmatig worden ingesteld op <Aan>.

Als het energieverbruiksniveau is ingesteld op <Laag>, kan een communicatiefout optreden, afhankelijk van het netwerkhulpprogramma dat u gebruikt. Als u dit wilt vermijden, drukt u op de toets voor energiebesparing om de sluimermodus te annuleren voordat u de machine gebruikt.

<Automatische wekelijkse sluimertijd>

U kunt de machine instellen om dagelijks, elke dag van de week, op een bepaald tijdstip naar de Sluimer-modus te gaan.


Als u zowel <Automatische sluimertijd> als <Automatische wekelijkse sluimertijd> selecteert, wordt prioriteit gegeven aan de instelling <Automatische sluimertijd>.

<Tijdsinstel. v. autom. gradatie-aanpassing>

U kunt automatische gradatieaanpassing elke dag op een vooraf ingestelde tijd uitvoeren.

<Instellingen eindtijd sluimermodus>

U kunt de tijd instellen voor het herstellen uit de sluimermodus.

<Sluimermodus Eco afsluiten>

Wanneer u de sluimermodus annuleert en de bewerking start, kunt u de benodigde functies achtereenvolgens activeren. Eerst wordt het bedieningspaneel geactiveerd, gevolgd door andere functies die worden geactiveerd in reactie op de bewerkingen van de gebruiker. U kunt energie besparen en ruis verminderen door overbodige functies niet te activeren.

<Gebruik bewegingssensor>

Wanneer de bewegingssensor een persoon in de buurt van de machine detecteert, wordt de sluimermodus automatisch opgeheven. U kunt de nauwkeurigheid instellen voor het detecteren van personen door de sensorgevoeligheid in te stellen.

De volgende vier gevoeligheidsinstellingen zijn beschikbaar voor <Sensorgevoeligheid>. Wanneer een gebruiker langer dan een bepaalde tijd in het detectiegebied blijft, wordt de sluimermodus van de machine opgeheven.

Gevoeligheidsinstelling	Gevoeligheidsniveau
Laag	Met dit gevoeligheidsniveau komt de machine niet uit de sluimermodus zelfs niet wanneer iemand langzaam voorbijloopt.
Standaard	Met dit gevoeligheidsniveau komt de machine niet uit de sluimermodus zelfs niet wanneer iemand op normale snelheid voorbijloopt.
Slightly High	Met dit gevoeligheidsniveau krijgt de herstelsnelheid de prioriteit boven het niveau "Standaard".
Hoog	Met dit gevoeligheidsniveau krijgt de herstelsnelheid de hoogste prioriteit.


<Laag>, <Medium> en <Hoog> worden mogelijk weergegeven voor de instelling <Sensorgevoeligheid>, afhankelijk van het model van de machine die u gebruikt. (De standaardwaarde is <Medium>.) Neem in dat geval het volgende in acht. Als u <Sensorgevoeligheid> instelt op <Laag>, zal de machine niet gemakkelijk uit de sluimermodus komen, ook niet als iemand er langzaam voorlangs loopt. Als u dit instelt op <Hoog>, zal de machine gemakkelijk uit de sluimermodus komen, ook als er iemand snel voorlangs loopt. Als de kamertemperatuur hoog is of de lichaamstemperatuur van de gebruiker laag, heeft de machine moeite met het detecteren van de gebruiker. Stel in dat geval <Sensorgevoeligheid> in op <Hoog>. Als de temperatuur rondom de machine verandert, wordt de sensor gevoelig en kan de machine gemakkelijk uit de sluimermodus komen. Stel in dat geval <Sensorgevoeligheid> in op <Laag>. Afhankelijk van de gevoeligheidsinstelling kan de machine uit de sluimermodus komen zelfs wanneer deze niet wordt gebruikt. Als de bewerkingsgeluiden die hierbij plaatsvinden u storen, kunt u het geluidsniveau verlagen door <Sluimermodus Eco afsluiten> in te stellen op <On>.

<Laag>, <Medium> en <Hoog> worden mogelijk weergegeven voor de instelling <Sensorgevoeligheid>, afhankelijk van het model van de machine die u gebruikt. (De standaardwaarde is <Medium>.) Neem in dat geval het volgende in acht.

Als u <Sensorgevoeligheid> instelt op <Laag>, zal de machine niet gemakkelijk uit de sluimermodus komen, ook niet als iemand er langzaam voorlangs loopt. Als u dit instelt op <Hoog>, zal de machine gemakkelijk uit de sluimermodus komen, ook als er iemand snel voorlangs loopt.

Als de kamertemperatuur hoog is of de lichaamstemperatuur van de gebruiker laag, heeft de machine moeite met het detecteren van de gebruiker. Stel in dat geval <Sensorgevoeligheid> in op <Hoog>.

Als de temperatuur rondom de machine verandert, wordt de sensor gevoelig en kan de machine gemakkelijk uit de sluimermodus komen. Stel in dat geval <Sensorgevoeligheid> in op <Laag>.

Afhankelijk van de gevoeligheidsinstelling kan de machine uit de sluimermodus komen zelfs wanneer deze niet wordt gebruikt. Als de bewerkingsgeluiden die hierbij plaatsvinden u storen, kunt u het geluidsniveau verlagen door <Sluimermodus Eco afsluiten> in te stellen op <On>.