SMB-instellingen doorvoeren

In dit gedeelte worden de installatiestappen beschreven voor het delen van bestanden en printers tussen meerdere apparaten in het netwerk via het SMB-protocol. Als u de functies van de SMB-server inschakelt, kan het Geavanceerde ruimte worden gebruikt als SMB-bestandsserver.
1
Druk op .
2
Druk op <Voorkeuren> <Netwerk>  <TCP/IP-instellingen>  <Instellingen SMB-server>.
3
Selecteer <Aan> bij <Gebruik SMB-server> en voer de nodige installatie uit.
<SMB-handtekening voor verbinding eisen>
Om in te stellen dat een SMB-pakkethandtekening nodig is voor verbinding met de SMB-server, drukt u op <Aan>.
<Gebruik SMB-authentificatie>
Gebruikersverificatie wordt uitgevoerd aan de hand van gebruikersgegevens in het Geavanceerde ruimte. Om gebruikersverificatie uit te voeren, drukt u op <Aan>.
<Type authentificatie>
Selecteer de versie van het verificatieprotocol. Selecteer <NTLMv1> of <NTLMv2>, afhankelijk van uw besturingssysteem. U kunt ook beide selecteren.
4
Druk op <OK>.
5
Druk op     <Toepassen gew. inst.>  <Ja>.
Afhankelijk van de netwerkinstellingen kan een fout worden weergegeven bij verzenden naar de SMB-server. Stel in dat geval de time-out in voor de SMB-client time-out. <Time-out SMB-client>
1Y6A-0UC