Persoonlijke mappen configureren

Gebruikers die zich aanmelden met persoonlijke-verificatiebeheer, kunnen een persoonlijke map aanmaken voor persoonlijk gebruik. Een persoonlijke map kan worden opgegeven als de verzendbestemming voor gescande documenten, en kan worden aangemaakt in een gedeelde map of op een bestandsserver. Gebruikers kunnen met gemak documenten naar hun persoonlijke mappen verzenden, waarmee effectief kan worden voorkomen dat informatie wordt gelekt als gevolg van gebruiksfouten. Hieronder worden drie verschillende manieren beschreven om een persoonlijke map op te geven. Nadat een gebruiker met beheerdersbevoegdheden heeft geselecteerd hoe persoonlijke mappen moeten worden opgegeven, moet hij/zij gebruikers informeren over de locatie en ze instructies geven over hoe ze hun persoonlijke mappen kunnen aanmaken.
Mappen aanmaken op een locatie die door gebruikers is opgegeven
Gebruikers maken een persoonlijke map aan op een locatie die zij zelf kiezen. Zo kan elke gebruiker documenten naar een map op een vertrouwde locatie verzenden.
Mappen aanmaken in een startmap die door de beheerder is opgegeven
Gebruikers maken een persoonlijke map aan in een bovenliggende map (startmap) die door de beheerder is opgegeven. Persoonlijke mappen zijn gemakkelijker te beheren, omdat ze allemaal op dezelfde locatie blijven staan. Een gedeelde map van Windows (SMB) of WebDAV-server kan worden opgegeven.
Mappen aanmaken in een locatie die door de server is opgegeven
De locatie van persoonlijke mappen wordt opgegeven op basis van de gebruikersgegevens die zijn geregistreerd op een verificatieserver, zoals een Windows-server met Active Directory. Alleen een gedeelde map van Windows (SMB) kan worden opgegeven.

Instellen hoe de locatie van persoonlijke mappen moet worden opgegeven

1
Druk op .
2
Druk op <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>  <Specificatiemethode persoonlijke map>.
3
Selecteer hoe de locatie van persoonlijke mappen moet worden opgegeven.
Mappen aanmaken op locaties die door gebruikers zijn opgegeven
Druk op <Registreren voor elke gebruiker> <OK>. Elke gebruiker kan de locatie van de persoonlijke map opgeven.
Mappen aanmaken in een startmap die door de beheerder is opgegeven
1
Druk op <Instellen>  <Startmap>.
2
Geef de startmap op en druk op <OK>.
<Protocol>
Selecteer het protocol dat u wilt gebruiken voor het verzenden van gescande documenten naar de persoonlijke map.
<Hostnaam>
Voer de hostnaam of het IP-adres in van de computer waarop u de startmap wilt aanmaken.
<Mappad>
Voer het mappad voor de startmap in. Voer, bijvoorbeeld, "gebruikers\openbaar\delen" in voor een startmap die u aanmaakt in een submap met de naam "delen" in de "openbare" map op de C-schijf (pad: "C:\gebruikers\openbaar\delen").
Misschien kunt u het pad niet opgeven als er te veel mapniveaus zijn.
3
Selecteer de verificatiegegevens die u wilt gebruiken, en druk op <OK>.
Om een aparte gebruikersnaam en wachtwoord te gebruiken voor de persoonlijke map, drukt u op <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.> om een vinkje toe te voegen. Haal het vinkje weg om dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord die bij aanmelding zijn ingevoerd, te gebruiken. Als er bij deze instelling een vinkje staat, moeten gebruikersnaam en wachtwoord voor elke gebruiker worden geregistreerd.
Mappen aanmaken in een locatie die door de server is opgegeven
1
Druk op <Loginserver gebruiken>.
2
Selecteer de verificatiegegevens die u wilt gebruiken, en druk op <OK>.
Om een aparte gebruikersnaam en wachtwoord te gebruiken voor de persoonlijke map, drukt u op <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.> om een vinkje toe te voegen. Haal het vinkje weg om dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord die bij aanmelding zijn ingevoerd, te gebruiken. Als er bij deze instelling een vinkje staat, moeten gebruikersnaam en wachtwoord voor elke gebruiker worden geregistreerd.
Een persoonlijke map en verificatiegegevens voor elke gebruiker registreren
De persoonlijke map en gebruikersnaam/wachtwoord kunnen worden ingesteld voor elke gebruiker door op <Scannen en verzenden>    <Gegevens voor elke gebr. registreren/bewerken>  <Persoonlijke map> te drukken.
1Y6A-168