Afdrukgegevens voor mobiele apparaten coderen met TLS
Bevoegde gebruikers kunnen worden benadeeld door aanvallen van kwaadwillende personen, bijvoorbeeld door sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden. Om uw belangrijke en kostbare gegevens te beschermen tegen deze aanvallen, kunt u AirPrint op deze machine gebruiken om de communicatie tussen de machine en een mobiel apparaat te coderen met TLS (Transport Layer Security). TLS biedt de mogelijkheid om gegevens te coderen en via het netwerk te verzenden of ontvangen. Als u TLS wilt gebruiken, moet u een sleutelpaar opgeven en de TLS-functie inschakelen. Genereer of installeer het sleutelpaar voor TLS voordat u TLS inschakelt (
Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten).
1
Het scherm voor AirPrint weergeven.
Het scherm voor AirPrint weergeven
2
Klik op [TLS-instellingen].

Als het scherm voor AirPrint niet wordt weergegeven
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand (
De UI op afstand starten)

[Instellingen/registratie]

[Netwerkinstellingen]

[TCP/IP-instellingen]

[Sleutel en certificaat...] in [TLS-instellingen].
3
Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken.

Details van een certificaat weergeven
U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de juiste tekstkoppeling onder [Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat.
Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren
4
Schakel TLS in voor de UI op afstand.
|
1
|
Klik op het scherm voor AirPrint op [Beveiligingsinstellingen voor afdrukken].
 Als het scherm voor AirPrint niet wordt weergegeven
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand ( De UI op afstand starten)  [Instellingen/registratie]  [Netwerkinstellingen]  [TCP/IP-instellingen]  klik op [Bewerken...] in [Instellingen IPP-afdrukken].
|
|
2
|
Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in, geef de vereiste instellingen op en klik op [OK].
[Gebruik authenticatie]
Bij gebruik van AirPrint kunt u authenticatie (ofwel verificatie) gebruiken. Dit doet u door het selectievakje in te schakelen en een [Gebruikersnaam:] op te geven.
[Wachtwoord instellen/wijzigen]
Geef een wachtwoord voor verificatie op. Dit doet u door het selectievakje in te schakelen en het wachtwoord te typen in de vakken [Wachtwoord:] en [Bevestigen:].
|
KOPPELINGEN