N.B.
|
De standaardinstelling is ‘A’ (Auto).
|
1
|
Zorg dat [A] oplicht op het touch panel display. Zo niet, druk dan op [A].
N.B.
Bij transparanten is het mogelijk dat de automatische kopieerdensiteitaanpassing niet goed werkt. Pas in deze situatie de densiteit handmatig aan door op [Licht] of [Dnkr] te drukken.
|
1
|
Druk op [Licht] of [Dnkr] om de densiteit aan te passen.
Druk op [Licht] om de indicator naar links te verplaatsen voor een lichtere densiteit of druk op [Dnkr] om de indicator naar rechts te verplaatsen voor een donkerder densiteit.
N.B.
U kunt de densiteit instellen op negen niveaus.
|
BELANGRIJK
|
Per keer kan slechts één van deze drie instellingen (Tekst, Tekst/Foto en Foto) worden geselecteerd. Als u één van deze instellingen selecteert, wordt de vorige instelling geannuleerd.
Als u kopieën maakt van een origineel met grijstinten, zoals een drukwerkafbeelding, en daarvoor de Fotomodus gebruikt, kan het moiré-effect (een golfpatroon) optreden. U kunt dit moiré effect verminderen door de modus Beeldscherpte te gebruiken. (Aanpassen van beeldscherpte)
|
N.B.
|
De standaardinstelling is ‘Tekst/Foto’.
Wanneer één van deze drie instellingen (Tekst, Tekst/Foto en Foto) is geselecteerd, is de modus Automatische kopieerdensiteit niet beschikbaar. Pas de kopieerdensiteit eventueel handmatig aan.
Als het origineel een transparant is dient u de kopieerdensiteit handmatig aan te passen na het selecteren van het type origineel.
|