Beheren van afdrukopdrachten

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u afdrukopdrachten annuleert met (Stop) en het scherm Systeemmonitor, en hoe u de details en gegevens van afdrukopdrachten controleert met het scherm Systeemmonitor.

Annuleren van een afdrukopdracht met de Stop-toets

U kunt tijdens het afdrukken een afdrukopdracht annuleren met (Stop).
N.B.
Ook nadat u een opdracht heeft geannuleerd, kunnen nog enkele afdrukken worden uitgevoerd.
1
Druk op (Stop).
Als het scherm terugkeert naar het hoofdscherm, is de afdrukopdracht geannuleerd.
Als het onderstaande scherm Afdrukopdrachtstatus verschijnt:
1
Selecteer de opdracht die u wilt annuleren → druk op [Annuleren].
N.B.
Als het scherm Apparaat verschijnt, drukt u op [Afdrukken] om het bovenstaande afdrukscherm te tonen.
U kunt niet meerdere opdrachten selecteren en ze tegelijkertijd annuleren. Selecteer en annuleer de opdrachten één voor één.
2
Druk op [Ja].

Controleren en annuleren van afdrukopdrachten met de systeemmonitor

U kunt de status van afdrukopdrachten controleren, afdrukopdrachten tijdens het uitvoeren ervan annuleren, of opdrachten die wachten op verwerking annuleren vanuit het scherm Systeemmonitor.
N.B.
Ook nadat u een opdracht heeft geannuleerd, kunnen nog enkele afdrukken worden uitgevoerd.
1
Druk op [Systeem monitor] → [Afdrukken].
2
Druk op [Status].
3
Gebruik [] of [] om door de lijst met opdrachten te bladeren, en selecteer de opdracht die u wilt controleren of annuleren.
N.B.
De meldingen op het scherm Status zijn als volgt:
- [Afdrukken]: Huidige opdracht
- [Wachten]: Gereserveerde opdrachten
Als u de opdrachtdetails wilt controleren:
1
Druk op [Details].
2
Controleer de opdrachtdetails en druk op [Gereed].
Als u de opdracht wilt annuleren:
1
Druk op [Annuleren].
N.B.
Het selecteren en annuleren van meerdere opdrachten tegelijk is niet mogelijk.
2
Druk op [Ja].
Als u de opdracht niet wilt annuleren, selecteert u [Nee] om terug te gaan naar het vorige scherm.
4
Druk op (Reset) om terug te gaan naar het hoofdscherm.

Het afdruklogboek controleren

U kunt alle voltooide afdrukopdrachten controleren in het scherm Systeemmonitor.
N.B.
Als Weegave opdrachtenlogbok onder Systeeminstellingen op 'Uit' is ingesteld, wordt het afdruklogboekscherm niet op het scherm Systeemmonitor weergegeven. Voor instructies over het instellen van de Weergave opdrachtenlogboek raadpleegt u Protecting the Machine from Unauthorized Access.
1
Druk op [Systeem monitor] → [Afdrukken].
2
Druk op [Log].
3
Druk op [Opdrachttype] → [Printer] of [Afdrukken vanuit het geheugen].
 
[Printer]:
Druk hierop om de afdrukopdrachten in het printerstuurprogramma te controleren.
[Afdrukken vanuit het geheugen]:
Druk hierop om de afdrukopdrachten in het USB-geheugenapparaat te controleren.
4
Gebruik [] of [] om door de lijst met opdrachten te bladeren, en selecteer de opdracht die u wilt controleren → druk op [Details].
5
Controleer de details van het opdrachtenlogboek → [Gereed].
6
Druk op (Reset) om terug te gaan naar het hoofdscherm.
4HYC-044