BELANGRIJK
|
Deze modus kan alleen worden gebruikt voor het afdrukken van een bestand dat in een postbus is opgeslagen.
|
N.B.
|
Om de modus Superponeer afbeelding te kunnen gebruiken, moet de afbeelding al eerder in het geheugen van de machine zijn geregistreerd. (Zie "Formulieren registreren voor de modus Afbeelding superponeren.")
|
BELANGRIJK
|
<Achterzijde> kan alleen worden geselecteerd voor een dubbelzijdige afdruk.
Om dezelfde instelling op te geven als <Voorzijde> voor <Achterzijde>, drukt u op [Zelfde als voorzijde].
|
N.B.
|
Als de kleur van het geselecteerde afbeeldingsformulier CMYK is, kan alleen [Auto (Kleur/Z&W)] worden geselecteerd.
|
BELANGRIJK
|
Wanneer het formaat van het afbeeldingsformulier afwijkt van het origineel, werkt deze modus wellicht niet goed. Gebruik hetzelfde formaat afbeeldingsformulier en origineel voor deze modus.
De afdrukprestaties zijn wellicht niet optimaal. Dit is afhankelijk van de inhoud van het bestand en het afbeeldingsformulier.
De densiteit van CMYK-afbeeldingen voor Superponeer afbeelding wordt wellicht iets lichter bij afdrukken met de modus Superponeer afbeelding.
Er kan een moiré-effect (een golvend patroon) ontstaan, afhankelijk van de inhoud van het bestand en het afbeeldingsformulier.
|
N.B.
|
U kunt maximaal 100 afbeeldingsformulieren registreren. Dit aantal is echter afhankelijk van de hoeveelheid vrije ruimte op de harde schijf.
De modus Superponeer afbeelding kan niet worden gebruikt voor bestanden met afbeeldingen met een resolutie van minder dan 600 x 600 dpi.
Voor het afdrukken van afbeeldingen kunnen alleen afdrukmodi anders dan de modus Beeldverschuiving worden gebruikt.
De modus Superponeer afbeelding kan niet worden gebruikt als de resolutie van het afbeeldingsformulier en het bestand verschillen.
U kunt geen afbeeldingsformulieren met andere resoluties voor de achter- en voorzijden selecteren.
De controleafdruk is een voorbeeldafdruk. De werkelijke afdruk kan iets afwijken van de controleafdruk.
|