op het bedieningspaneel om geluidssignalen in te stellen voor de handelingen die worden uitgevoerd of voor de status van het apparaat.Geluidsinstellingen
Druk op op het bedieningspaneel om geluidssignalen in te stellen voor de handelingen die worden uitgevoerd of voor de status van het apparaat.
op het bedieningspaneel om geluidssignalen in te stellen voor de handelingen die worden uitgevoerd of voor de status van het apparaat.U kunt instellen of de volgende geluidssignalen dienen te klinken. De onderstaande geluidstonen worden weergeven op de volgende momenten:
|
Invoersignaal:
|
Wanneer u op de toetsen van het bedieningspaneel, de toetsen van het touch panel display drukt of de toetsen van een USB-toetsenbord drukt.
Wanneer u de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand zet als u [Inst. voor snelle opstart vr hoofdschakelaar] instelt op 'Aan' bij [Voorkeuren] (Instellingen/Registratie). (Afhankelijk van de situatie start de machine niet snel op en klinkt het alarmsignaal niet.)
|
|
Ongeldig invoersignaal:
|
Wanneer u op het touch panel display op een ongeldige toets drukt, of wanneer het maximum aantal toegestane tekens wordt overschreden.
|
|
Verbr.mat. aanvul. signaal:
|
Wanneer de tonercartridge moet worden vervangen.
|
|
Energ.besp./Sluim.sig.:
|
Wanneer de machine in de Energiebesparing/Sluimermodus gaat.
Wanneer u de hoofdschakelaar van de machine in de UIT-stand zet als u [Inst. voor snelle opstart vr hoofdschakelaar] instelt op 'Aan' bij [Voorkeuren] (Instellingen/Registratie). (Afhankelijk van de situatie start de machine niet snel op en klinkt het alarmsignaal niet.) |
|
Foutsignaal:
|
Wanneer een storing optreedt (bijvoorbeeld een papierstoring of een bedieningsfout).
|
|
Gereedsignaal:
|
Nadat een opdracht is voltooid.
|
|
Vergat origineeltint:
|
Wanneer u originelen in de aanvoer plaatst terwijl er nog een origineel op de glasplaat ligt, of andersom.
|
1.
Druk op op het bedieningspaneel.
op het bedieningspaneel.
2.
Geef elke instelling op → druk op [OK].
