|
BELANGRIJK
|
|
Wanneer u SSO-H gebruikt en [Afdeling-ID beheer] instelt op 'Aan', kunt u wellicht niet inloggen. In deze situatie wijzigt u de inlogservice in standaardauthentificatie → stel [Afdeling-ID beheer] in op 'Uit'. Voor meer informatie over het instellen van een inlogservice raadpleegt u "Setting Application Authentication Information."
Als de optie Kopiekaartlezer-F1 is aangesloten, en Standaard authentificatie is ingesteld als de aanmeldingsservice, wordt Afdeling-ID beheer automatisch geactiveerd. (Zie "Kopiekaartlezer-F1.")
Als SSO-H is ingesteld als de inlogservice, wordt Afdeling-ID beheer uitgevoerd voor het Afdeling-ID dat overeenkomt met dezelfde gebruikersnaam en wachtwoord als dat is opgeslagen voor MEAP gebruikersauthentificatie.
De gebruikersinformatie die is opgeslagen voor het Lokale apparaat authentificatiesysteem van SSO-H en het Afdeling-ID en PIN bij Afdeling-ID beheer, dienen overeen te komen. Als het opgeslagen Afdeling-ID en PIN zijn gewijzigd omdat de informatie is bijgewerkt of gewijzigd met de Apparaatinformatie afleverinstellingen modus, zorg dan dat u de bij het Lokale apparaat authentificatiesysteem van SSO-H opgeslagen gebruikersinformatie overeenkomstig wijzigt of bijwerkt. Voor meer informatie over het opslaan van SSO-H-gebruikersinformatie raadpleegt u "Setting the User Information for SSO-H."
Als SSO-H is ingesteld als de loginservice, is de beperkingsfunctie niet beschikbaar.
|
|
N.B.
|
|
Het max. aantal cijfers dat u voor het Afdeling-ID en de pincode kunt opslaan is zeven.
Als Afdeling-ID-Beheer via de Kopiekaartlezer-F1 is geactiveerd, worden de Afdeling-ID's toegewezen aan de kaarten die worden gebruikt. U kunt derhalve geen Afdeling-ID's registreren.
|