Apparaatnaam voor e-mail/I-fax opslaan

U kunt de apparaatnaam opslaan voor e-mail-/I-faxdocumenten.
Uw naam of de bedrijfsnaam moet als naam van de machine zijn opgeslagen (de naam van een afdeling is optioneel).
De geregistreerde naam van de machine wordt gebruikt als weergavenaam voor e-mailadres en weergegeven als "naam van de machine <e-mailadres>".
1.
Druk op .
2.
Druk op [Functie-instellingen] → [Verzenden] → [Instellingen E-mail/I-fax].
3.
Druk op [Registreer apparaatnaam].
4.
Voer een naam in → druk op [OK].
N.B.
U kunt voor de naam maximaal 24 tekens invoeren.
Als alleen ASCII-tekens worden gebruikt voor de naam van de machine, wordt de naam van de machine (die tussen dubbele aanhalingstekens staat) weergegeven in het vel Van op de machine van de ontvanger van de e-mail/i-fax. Indien ook andere tekens dan ASCII-tekens worden gebruikt, staat de naam van de machine niet tussen dubbele aanhalingstekens.

N.B.
Als het Lokale apparaat authentificatie gebruikersauthentificatiesysteem van SSO-H is ingesteld als de login service en u een e-mailbericht verzendt:
Het e-mailadres dat is geregistreerd voor de gebruiker in het Lokale Apparaat Authentificatie Gebruikersauthentificatiesysteem van SSO-H verschijnt in het veld Van bij de ontvangende partij, in plaats van het e-mailadres dat voor deze machine is opgeslagen bij de instellingen voor Apparaatinformatie. (Zie "Registering/Editing User Data for Local Device Authentication.")
Het e-mailadres dat is geregistreerd in de Apparaatinformatie-instellingen wordt weergegeven in het veld Van op de I-fax machine van de ontvanger. Het e-mailadres dat is opgeslagen voor de gebruiker in het Lokale Apparaat Authentificatie Gebruikersauthentificatie systeem van SSO-H verschijnt in het veld Van. (Zie "Registering/Editing User Data for Local Device Authentication.")
Als u het Serverauthentificatie gebruikersauthentificatiesysteem van SSO-H hebt ingesteld als de login service (inclusief uitvoering van Serverauthentificatie met het 'Serverauthentificatie + Lokale apparaatauthentificatie' gebruikersauthentificatiesysteem) en u een e-mailbericht verzendt:
Het e-mailadres dat is opgeslagen voor login gebruikers op de serverauthentificatie of iW Accounting Manager verschijnt bij de machine van de ontvanger in het veld Van. Dit in plaats van het e-mailadres dat u heeft opgeslagen bij de Apparaatinformatie-instellingen voor deze machine. (Raadpleeg "Registering/Editing User Data for Active Directory Authentication" en "Registering/Editing User Data for LDAP Server Authentication".)
Het e-mailadres dat is geregistreerd in de Apparaatinformatie-instellingen voor deze machine wordt weergegeven in het veld Van. Het e-mailadres dat is geregistreerd voor login gebruikers op de Server authentificatie of iW Accounting Manager verschijnt bij de machine van de ontvanger in het veld Van. (Raadpleeg "Registering/Editing User Data for Active Directory Authentication" en "Registering/Editing User Data for LDAP Server Authentication".)
Als u [Stel geaut. gebr.bestem. naar afzender in] bij [Functie-instellingen] (Instellingen/Registratie) instelt op 'Aan', zal het e-mailadres dat is geregistreerd voor de aanmeldingsgebruiker worden getoond als naam van de afzender in het veld Van, ongeacht welke aanmeldingsservice wordt gebruikt. Als u deze modus instelt op 'Uit', zal het adres dat is opgeslagen als apparaatinformatie in plaats daarvan worden getoond.
Voor instructies over het registreren van het e-mailadres van uw machine raadpleegt u "E-mailadres registreren."
18JC-0C2