Als u standaard-papierinstellingen hebt opgegeven, wordt het scherm met papierinstellingen niet meer weergegeven wanneer u papier laadt. U gebruikt dan altijd dezelfde instellingen. Als u papier van een ander formaat of type plaatst zonder de papierinstellingen aan te passen, wordt er mogelijk niet goed afgedrukt. U kunt dit probleem voorkomen door <Opgeven bij plaatsen papier> in stap 3 te selecteren en dan pas het papier te laden.
|
1
|
Selecteer <Aangepast>.
|
2
|
Geef de lengte van de <X>-zijde en <Y>-zijde op.
Selecteer <X> of <Y>, en voer de lengte van iedere zijde in met behulp van de numerieke toetsen.
Als u het papierformaat dat u vaak gebruikt, vastlegt onder de knoppen <S1> tot <S3>, kunt u het met één knopdruk oproepen. Een aangepast papierformaat registreren
|
3
|
Selecteer <Toepassen>.
|
|
|
Liggende afdrukrichting
|
|
Staande afdrukrichting
|