Clientfaxen afdrukken

Van de faxdocumenten die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen, kunt u alleen documenten van specifieke bestemmingen afdrukken.
Deze toepassing is uitsluitend beschikbaar op apparaatmodellen met faxfunctie.
Om deze toepassing te gebruiken, moet u [Gebruik geheugenslot] en [Faxvoorbeeld gebruiken] instellen op [Aan].

[Nieuwe knop registreren]

Opent de pagina [Nieuwe knop registreren]. Op deze pagina kunt u de afzender, de knopnamen die op het startscherm moeten worden weergegeven en andere instellingen configureren.

[Knopnaam]

Geeft een lijst van geregistreerde knoppen weer. Als u op de link van een knopnaam in de lijst [Knopnaam] klikt, verschijnt de pagina [Knopdetails], waarmee u de instellingen van de betreffende knop kunt veranderen of dupliceren.

[Status]

Geeft de knop op het startscherm weer of verbergt hem juist. Als u de knop wilt verwijderen, moet u hem eerst verbergen en dan op [Verwijderen] klikken.
Wanneer een bestemming die is ingesteld in [Afzenderlijst] wordt gewijzigd in het adresboek van het apparaat, dan wordt die bestemming ook gewijzigd in [Afzenderlijst].
Wanneer een bestemming die is ingesteld in [Afzenderlijst] wordt verwijderd uit het adresboek van het apparaat, dan wordt die bestemming ook verwijderd uit [Afzenderlijst].
Als het faxnummer niet is ingesteld op het apparaat waarmee faxberichten verzonden worden of op een ander apparaat, werkt de faxfunctie mogelijk niet goed.
1FEY-00U