|
|
Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden.
|
||
|
||||
|
|
Zorg ervoor dat u over de volgende gegevens beschikt:
Het IP-adres van het apparaat. Netwerkinstellingen weergeven
De naam van de computer waarop de gedeelde map staat. De computernaam controleren
Het pad naar en de naam van de gedeelde map (als er toegangsbeperkingen zijn ingesteld voor de map, moet u ook de gebruikersnaam en het wachtwoord weten).
|
||
|
||||
|
|
Configureer het apparaat.
|