De machine als scanner gebruiken
De volgende bewerkingen en instellingen zijn vereist om de machine als scanner te kunnen gebruiken.
1. Sluit de machine op het netwerk aan.
2. Geef de netwerkinstellingen op.
Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding die bij de imagePRESS Server is geleverd.
3. Stel het sleutelpaar in dat wordt gebruikt bij met SSL versleutelde communicatie.
4. Zet de scanner online.
Als u de gescande afbeeldingen in een computer wilt laden, stelt u de externe-scannerfunctie van de machine in op online.
Druk op [Scanner].
Druk op [Online].
De scanner is online.
|
NB:
|
|
Sommige printermodellen kunt u zo instellen dat de scanner automatisch online wordt gezet (raadpleeg Functie Scan op afstand automatisch inschakelen).
|
5. Scan het origineel.
Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding die bij de imagePRESS Server is geleverd.
6. Zet de scanner offline.
Als u na het scannen andere functies, zoals kopiëren, wilt gebruiken, stelt u de externe-scannerfunctie in op offline.
Druk op [Offline] in het [Scanner]-scherm.
De scanner is offline.
|
NB:
|
|
Sommige printermodellen kunt u zo instellen dat de scanner automatisch offline wordt gezet (raadpleeg Automatisch offline).
U hoeft de scanner niet offline te zetten om andere functies te gebruiken terwijl data worden overgebracht.
Als u tijdens het scannen op [Offline] drukt, wordt een dialoogvenster met de vraag of u het scannen wilt stoppen, weergegeven. Klik op [Ja] om het scannen te stoppen en zet de scanner offline.
|