Gebruikersbeheer uitvoeren voor printen
U kunt printen met behulp van de functie Beheer van afdelings-id's of de functie gebruikersverificatie.
Vereisten
Het apparaat dat u gebruikt, moet de functie Beheer van afdelings-id's of de functie Gebruikersverificatie ondersteunen.
De functie Beheer van afdelings-id's/Gebruikersverificatie moet zijn ingeschakeld op het apparaat.
|
OPMERKING
|
|
Raadpleeg voor meer informatie de handleidingen bij het apparaat.
Gebruikersverificatie gebruikt de lokale gebruikersinformatie die is geregistreerd in het apparaat.
|
Procedures
Het bestand dat u wilt printen selecteren
1.Open het bestand dat u wilt printen in de voorbeeldweergave.
2.Tik op [/b_drv_print_icon_C.jpg)
].
].3.Voor Microsoft Excel-bestanden (xls en xlsx) selecteert u in het bladselectietscherm het blad dat u wilt printen → tik op [Preview] (Voorbeeld).
Het scherm [Preview] (Voorbeeld) wordt weergegeven
/b_drv_localprint_01_C.gif)
Het geselecteerde bestand printen
1.Tik op [Printer] en selecteer het apparaat waarmee u wilt printen.
2.Tik op de printinstellingen → tik op [Authentication Mode] (Authenticatiemodus).
3.Tik op het pictogram voor details van [Dept. ID Mgt.] (Afd.-ID mngt.)/[User Authentication] (Gebruikersauthentificatie).
4.Configureer de instellingen voor gebruikersbeheer.
[Dept. ID Mgt.] (Afd.-ID mngt.)
[Department ID] (Afdelingsnummer)/[PIN] (Pincode):
Voer de waardeset in ingesteld op het apparaat.
[User Authentication] (Gebruikersauthentificatie)
[User Name] (Gebruikersnaam)/[Password] (Wachtwoord):
Voer de waardeset in ingesteld op het apparaat.
[Confirm Department ID/PIN When Printing] (Afdelings-ID/-pincode bevestigen tijdens het afdrukken):
Als deze optie is ingeschakeld, wordt in de app een dialoogvenster voor het bevestigen/instellen van de verificatie-informatie en het wachtwoord weergegeven tijdens het printen.
5.Keer terug naar het scherm [Print Settings] (Afdrukinstellingen) > [Preview] (Voorbeeld).
6.Tik in het scherm [Preview] (Voorbeeld) op [Print] (Afdrukken).
Resultaat
Printen van de geselecteerde gegevens wordt beheerd op basis van de methode die u hebt ingesteld.