Standaardinstellingen wijzigen
U kunt de standaardinstellingen naar de gewenste afdrukinstellingen wijzigen. Als u ze wijzigt naar instellingen die u vaak gebruikt, kunt u de configuratie van instellingen bij het afdrukken aanzienlijk vergemakkelijken.
1.
Geef het afdrukinstellingenscherm weer van het stuurprogramma.
(1) Geef [Bluetooth en apparaten] (of [Apparaten]) weer van [

Instellingen] in het Startmenu.
(2) Open in [Printers en scanners] het beheerscherm voor het in te stellen apparaat.
Klik hiertoe op het apparaat of op [Beheren] voor het bijbehorende apparaat.
(3) Klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] voor het in te stellen apparaat.
Wanneer u het stuurprogramma bij meerdere printermodellen gebruikt, selecteer dan het apparaat dat u wilt instellen en klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
2.
Stel de vereiste items in het afdrukinstellingsscherm van het stuurprogramma in.
Schakel, indien nodig, tussen de tabbladen en configureer de relevante instellingen.
3.
Klik op [OK].