De machine verplaatsen
Het apparaat is zwaar. Volg altijd de onderstaande procedure als u het apparaat gaat verplaatsen, om lichamelijk letsel te voorkomen.
1
Schakel het apparaat en de computer uit.
Wanneer u de printer uitschakelt, worden afdrukgegevens in de wachtrij gewist. Gegevens, zoals documenten die zijn ontvangen en in het geheugen zijn opgeslagen, documenten die moeten worden verzonden en rapporten die automatisch worden afgedrukt na het verzenden of ontvangen van faxen, worden niet gewist.
2
Koppel de kabels en het netsnoer van het apparaat los in de numerieke volgorde zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Of de kabels met "*" zijn aangesloten, hangt af van uw computeromgeving.
Als er een als optie verkrijgbare handset op het apparaat is geplaatst, neem de handset dan van de houder.
|
|
|
|
|
 Stekker
 Netsnoer
 USB-kabel *
 LAN-kabel *
 Kabel van optionele handset of externe telefoon *
 Telefoonkabel *
|
|
|
|
3
Verwijder de tonercartridge en de drumcartridge als u het apparaat over een grotere afstand gaat transporteren.
Procedure voor het vervangen van de tonercartridgeProcedure voor het vervangen van de drumcartridge
4
Open de voorklep en verwijder eventueel papier.
Als de papiergeleiders zijn uitgeschoven, duw ze dan terug zodat ze in de lade passen.
5
Sluit de voorklep, de papierstop en alle andere geopende onderdelen, en breng het apparaat vervolgens naar de nieuwe gebruikslocatie.
Controleer hoe zwaar het apparaat is en draag het zonder uzelf te overbelasten.
Hoofdeenheid
Pak de handgrepen vast en til het apparaat omhoog.
6
Zet het apparaat voorzichtig neer op de nieuwe gebruikslocatie.