Afdrukken vanaf een computer

Documenten die u met een programma op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma heeft een aantal handige instellingen, zoals vergroten/verkleinen en dubbelzijdig afdrukken, waarmee u uw documenten op verschillende manieren kunt afdrukken. U kunt de afdrukfunctie van de machine pas gebruiken nadat u enkele procedures hebt doorlopen, zoals het installeren van het printerstuurprogramma op uw computer. Zie Installatiehandleiding MF-stuurprogramma voor meer informatie.

Help-informatie van het printerstuurprogramma
Als u in het scherm van het printerstuurprogramma op [Help] klikt, ziet u het scherm van de ingebouwde Help-functie van het printerstuurprogramma. Gebruik dit scherm om gedetailleerde informatie te raadplegen die niet is opgenomen in de e-Handleiding.


Macintosh-gebruikers: zie Installatiehandleiding MF-stuurprogramma voor informatie over het installeren van de printerstuurprogramma's, en Help in het printerstuurprogramma voor informatie over het gebruik van afdrukfuncties (Voor Mac OS-gebruikers). Afhankelijk van het besturingssysteem en het type en de versie van het printerstuurprogramma dat u gebruikt, kunnen de schermen van het printerstuurprogramma in deze handleiding verschillen van de echte schermen. U kunt niet alleen het UFRII-printerstuurprogramma maar ook het PCL5c-, PCL6- en PS-printerstuurprogramma gebruiken. De beschikbare afdrukinstellingen verschillen per printerstuurprogramma. Klik voor meer informatie op [Help] in een scherm van het printerstuurprogramma.

Macintosh-gebruikers: zie Installatiehandleiding MF-stuurprogramma voor informatie over het installeren van de printerstuurprogramma's, en Help in het printerstuurprogramma voor informatie over het gebruik van afdrukfuncties (Voor Mac OS-gebruikers).

Afhankelijk van het besturingssysteem en het type en de versie van het printerstuurprogramma dat u gebruikt, kunnen de schermen van het printerstuurprogramma in deze handleiding verschillen van de echte schermen.

U kunt niet alleen het UFRII-printerstuurprogramma maar ook het PCL5c-, PCL6- en PS-printerstuurprogramma gebruiken. De beschikbare afdrukinstellingen verschillen per printerstuurprogramma. Klik voor meer informatie op [Help] in een scherm van het printerstuurprogramma.

De optionele Cassette Feeding Unit of cassettemodule gebruiken

Als de optionele Cassette Feeding Unit of cassettemodule is bevestigd aan het apparaat, voert u de volgende bewerking uit in het printerstuurprogramma.


Om de onderstaande procedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een administratoraccount.

Open de printermap (De printermap weergeven)

Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram

[Printer Properties] (Printereigenschappen) (of [Properties] (Eigenschappen))

Tabblad [Device Settings] (Apparaatinstellingen)

Selecteer de optionele Cassette Feeding Unit of cassettemodule

[OK]