Een configuratieprofiel exporteren

De instellingen in het tabblad [Apparaatinstellingen] kunnen worden geëxporteerd en opgeslagen als een configuratieprofielbestand (*.typ). U kunt dezelfde instellingen configureren door het geëxporteerde configuratieprofiel te importeren.
De functie is handig wanneer u stuurprogramma-instellingen voor meerdere computers met elkaar in overeenstemming moet brengen of wanneer u items die voor elke gebruiker kunnen worden ingesteld, moet wijzigen.
OPMERKING
U kunt een geëxporteerd configuratieprofiel importeren door te klikken op [Wijzigen] > [] (Configuratieprofiel importeren) in het tabblad [Apparaatinstellingen] of door gebruik te maken van het installatieprogramma van het stuurprogramma.

Voorwaarden

Instellingen op het apparaat
Als het apparaat is verbonden via een WSD-poort, is [Gebruik WSD bladeren] reeds ingesteld.
Als het apparaat is verbonden door een bepaalde standaard TCP/IP-poort in te stellen, is [Gegevens afdrukbeheer ophalen bij host] reeds ingesteld.
Raadpleeg de handleiding van het apparaat voor meer informatie.
Als u de computer start, log dan in als een gebruiker met beheerdersrechten.

Procedures

1.
Geef het scherm Printereigenschappen weer.
(1) Geef [Bluetooth en apparaten] (of [Apparaten]) weer van [ Instellingen] in het Startmenu.
(2) Open in [Printers en scanners] het beheerscherm voor het in te stellen apparaat.
Klik hiertoe op het apparaat of op [Beheren] voor het bijbehorende apparaat.
(3) Klik op [Printereigenschappen] voor het in te stellen apparaat.
2.
Open het tabblad [Apparaatinstellingen].
3.
Controleer de weergegeven instellingen en de optiestatus → stel de opties handmatig in zoals vereist.
4.
Klik op [] (Exporteren).
5.
Stel in het dialoogvenster [Configuratieprofiel exporteren] de items [Naam] en [Pictogram] in.
Voer indien nodig een opmerking in bij [Opmerking].
6.
Klik op [Exporteren] → geef de opslaglocatie en bestandsnaam op → klik op [Opslaan] of [OK].

Verwante onderwerpen