Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen

 
Door het aantal faxnummers en e-mailadressen dat bij het verzenden van documenten kan worden opgegeven, te beperken tot de nummers die al in het adresboek zijn opgeslagen, de nummers die eerder zijn gebruikt of de nummers waarnaar kan worden gezocht vanaf de LDAP-servers, verkleint u de kans op onjuiste bestemmingen en op het lekken van informatie door gebruikers. Als deze functie is ingeschakeld, kunnen gebruikers geen bestemmingen invoeren met de numerieke toetsen. Het is dan evenmin mogelijk om vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of om bestaande vermeldingen te wijzigen.
1
Tik op <Menu> op het <Start>-scherm.
2
Tik op <Instellingen Systeembeheer>.
Als er een scherm wordt weergegeven voor de invoer van een systeembeheerders-ID en -pincode, voert u deze ID en pincode in, tikt u op <Toepassen> en drukt u op . De systeembeheerders-ID instellen
3
Selecteer <Beperk TX-functie>  <Beperk nieuwe bestemmingen>.
4
Tik op <Aan>.
 <Uit>
Hiermee worden de beperkingen voor nieuwe bestemmingen geannuleerd. Faxnummers en e-mailadressen kunnen nu weer op iedere manier worden opgegeven.
 <Aan>
Beperkt de invoer zodat de enige adressen die kunnen worden opgegeven, de adressen zijn die zijn geregistreerd in het Adresboek, de adressen die eerder zijn gebruikt, of de adressen die op de LDAP-server zijn te vinden.
Deze functie is niet van toepassing op het faxen vanaf een PC.
3Y7L-070