

|
(1)
|
[FAX/COPY]-toets
|
Druk op deze toets om over te schakelen naar de modus voor kopiëren/faxen.
|
|
(2)
|
LCD
|
Hier worden tijdens het gebruik van de machine berichten en instructies weergegeven.
Als u de instellingen aanpast, worden uw selecties, tekst en getallen weergegeven. |
|
(3)
|
[Reset]-toets
|
Hiermee zet u de oorspronkelijke instellingen terug.
|
|
[Terug]-toets
|
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige scherm.
|
|
|
[
]-toets |
Druk hierop om naar boven te bladeren of de waarde te verhogen.
|
|
|
[
]-toets |
Druk hierop om naar beneden te bladeren of de waarde te verlagen.
|
|
|
[
]-toets |
Druk hierop om terug te keren naar het vorige scherm of om de cursor naar links te verplaatsen.
Druk hierop om het volume te verlagen als de beltoon van de fax overgaat.
|
|
|
[
]-toets |
Druk hierop om verder te gaan naar het volgende scherm of om de cursor naar rechts te verplaatsen.
Druk hierop om het volume te verhogen als de beltoon van de fax overgaat.
|
|
|
[OK]-toets
|
Druk hierop om een actie of instelling te bevestigen.
|
|
|
[Systeemmonitor/Annuleren]-toets
|
Druk hierop om de status van taken weer te geven of taken te annuleren. U kunt ook de status van de machine controleren.
|
|
|
[Papierinstellingen]-toets
|
Druk hierop om het papierformaat en de papiersoort voor de papiercassette in te stellen.
|
|
|
(4)
|
[Verwerken/Gegevens]-indicator
|
De indicator knippert tijdens het verzenden en gaat branden wanneer de machine wachtende taken bevat.
|
|
[Fout]-indicator
|
De indicator knippert wanneer er een fout optreedt.
|
|
|
(5)
|
[Menu]-toets
|
Druk hierop om verschillende instellingen op te geven of te registreren.
|
|
[Rapport]-toets
|
Druk op deze toets om handmatig rapporten en lijsten af te drukken. U kunt ook opgeven dat rapporten automatisch moeten worden afgedrukt.
|
|
|
[Beeldkwaliteit]-toets
|
Druk op deze toets om de beeldkwaliteit voor kopieën te selecteren of op te geven met welke scanresolutie een document moet worden verzonden.
|
|
|
[Dubbelzijdig]-toets
|
Druk hierop om het papier dubbelzijdig te bedrukken.
|
|
|
Numerieke toetsen ([0]-[9])
|
Druk hierop om tekens en cijfers in te voeren.
|
|
|
[*]-toets
|
Druk hierop om van tekeninvoermodus te wisselen en om bij het verzenden van een fax te wisselen tussen pulskiezen en toonkiezen.
|
|
|
[#]-toets
|
Druk hierop om symbolen in te voeren.
|
|
|
[Stille modus]-toets
|
Druk hierop om de hoeveelheid ruis bij het uitvoeren van taken te verminderen. Dit heeft geen invloed op het luidspreker- of toetsvolume.
|
|
|
[Wissen]-toets
|
Druk hierop om ingevoerde tekens en cijfers te verwijderen.
|
|
|
[Energiebesparing]-toets
|
Druk op deze toets om de slaapstand handmatig in te stellen of te annuleren. De indicator voor Energiebesparing knippert groen in de slaapstand.
|
|
|
[Stop]-toets
|
Druk hierop om taken te annuleren.
|
|
|
[Start]-toets
|
Druk hierop om te beginnen met kopiëren of een fax te verzenden.
|

|
(1)
|
[Snelkiezen]-toetsen
|
Druk op deze toetsen om bestemmingen te selecteren die zijn geregistreerd onder snelkeuzetoetsen.
|
|
(2)
|
[Adresboek]-toets
|
Druk hierop om te zoeken naar ontvangers die zijn opgeslagen onder snelkeuzetoetsen of onder codes voor verkort kiezen.
|
|
(3)
|
[Kiescode]-toets
|
Druk hierop om een code voor verkort kiezen voor een ontvanger in te voeren.
|
|
(4)
|
[Nummerherhaling/Pauze]-toets
|
Druk tijdens het faxen hierop om de laatste drie gekozen nummers te herhalen of een pauze in het faxnummer in te voegen.
|
|
(5)
|
[Handsfree]-toets
|
Druk hierop wanneer u een nummer wilt kiezen zonder de externe telefoon of de handset op te nemen.
|
|
(6)
|
[R]-toets
|
Druk hierop om het toegangsnummer voor een buitenlijn of een toestelnummer te kiezen als het apparaat is verbonden via een switchboard (PBX).
|