|
Raadpleeg "Waarschuwing (papier plaatsen)" voordat u papier in de papiercassette plaatst.
|
|
OPMERKING
|
Het papierformaat of de papiersoort selecteren:Het papierformaat is standaard ingesteld op <A4>, en de papiersoort op <Normaal (60-90 g/m²)>. Als u een ander papierformaat of andere papiersoort wilt gebruiken, moet u de standaardinstellingen wijzigen.
|


![]() |
Als u het te plaatsen papierformaat wilt wijzigen, moet u dit papierformaat registreren in "Het papierformaat en de papiersoort instellen."
|

|
(1)
|
Sluit de flap van de envelop.
![]() |
|
(2)
|
Plaats de stapel enveloppen op een vlak oppervlak, druk er goed op om resterende lucht eruit te persen en zorg ervoor dat de randen goed tegen elkaar worden gedrukt.
![]() |
|
(3)
|
Maak de enveloppen aan de hoeken los en strijk eventuele krullingen weg, zoals in de afbeelding wordt weergegeven.
![]() |
|
(4)
|
Lijn de randen van de enveloppen uit op een vlak oppervlak.
![]() |
|
(5)
|
Plaats de enveloppen voorzichtig in de papiercassette met de bedrukte zijde omhoog, totdat de rand van de envelopstapel tegen de achterrand van de papiercassette komt.
|


|
BELANGRIJK
|
Duw de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier (er mag geen ruimte tussen de randen van het papier en de geleiders zitten).Als de papiergeleiders los of strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan.
![]() |

