Gebruikershandleiding (producthandleiding) | |
---|---|
![]() |
U kunt instellen dat ontvangen documenten automatisch naar de opgegeven bestemmingen worden doorgestuurd. U kunt niet alleen faxnummers maar ook e-mailadressen en gedeelde mappen op computers opgeven als een doorstuurbestemming.
|
![]() |
U kunt ook het scherm <Doorstuurinstellingen> weergeven door op <Instellingen best./doorst.> (Het scherm <Home>)
![]() |
![]() |
Als u regels hebt toegevoegd, kunt u ook een bepaalde regel opgeven. Selecteer in dat geval <Fax: Lijn 1>, enz., voor <Receive Method>.
U kunt <Receive Method> niet meer wijzigen na de registratie van <Doorstuurinstellingen>. Voor het gebruiken van doorzendinstellingen als <Receive Method> is gewijzigd, moet u de doorzendinstellingen opnieuw registreren.
|
![]() |
Een bestemming in <Persoonlijke adreslijst> kan niet worden opgegeven als doorzenbestemming.
Wanneer <Adresboek op afstand ophalen> is ingesteld op <Aan>, kan het doorsturen van bestemmingen ook worden geselecteerd vanuit een adresboek op afstand. Het adresboek van de machine
U kunt ontvangen fax/I-faxbestanden opslaan in de Vertrouwelijke faxpostbus door de Vertrouwelijke faxpostbus op te geven als doorzendbestemming.
Als een Vertrouwelijke faxpostbus is geselecteerd als de doorzendbestemming, kunt u de volgende instellingen niet gebruiken.
Bestandsnaam
Opslaan/Afdrukken ontvangen bestand
Melding doorzenden gereed
Bestandsindeling
Als u een faxnummer selecteert als doorzendbestemming, dan worden het in het Adresboek opgeslagen subadres en wachtwoord genegeerd.
|
![]() |
U kunt geen WebDAV-server opgeven als I-fax-doorzendbestemming.
Als u een bestemming opgeeft waarvoor <Bevestig voor verzenden> is ingeschakeld als doorzendbestemming, verschijnt er geen scherm met de melding dat u het wachtwoord in moet voeren. Het geregistreerde wachtwoord wordt gebruikt en het doorzenden wordt uitgevoerd. <Controleer vr verzending wnnr faxbest. is opgegeven>
Documenten met een doorzendfout worden afgehandeld volgens de instellingen voor <Behandeling bestanden met doorzendfouten>.
U kunt max. 1000 doorzendinstellingen opslaan.
|
![]() |
Als u <Doorzenden zonder voorw.> selecteert, kunt u alle ontvangen documenten die niet voldoen aan de opgegeven condities, doorzenden naar de gewenste bestemming.
U kunt doorzenden naar meerdere bestemmingen door een groepsbestemming op te geven in <Doorzendbestemming>.
Met <Geef doorz.- tijdstip op> kunt u de tijd en dag voor het doorzenden opgeven.
Als u <Melding doorz. gereed> instelt, kunt u een melding verzenden dat het doorzenden is uitgevoerd. U kunt <Ber. alleen bij foutmel.> selecteren, zodat u geen melding ontvangt bij een succesvolle doorzending.
Als u <Opslaan/Afdrukken ontv. best.> instelt op <Aan>, kunt u het ontvangen bestand opslaan of afdrukken door de geheugenslotinstellingen te volgen. Het ontvangen bestand wordt opgeslagen als Geheugenslot op <Aan> staat en het wordt afgedrukt als Geheugenslot op <Uit> staat.
|