Het rasterpatroon instellen

6JLF-0KF
Rasteren is een techniek voor het reproduceren van kleuren en densiteit via groepen kleine stipjes. De brongegevens voor het tekenen van deze stippen wordt een rasterpatroon genoemd. Als u een rasterpatroon gebruikt dat geschikt is voor de af te drukken afbeelding, kunnen de gradaties en golven van de afgedrukte afbeelding mooier worden gereproduceerd.
1
Druk op  (Instellingen/Registratie)  <Aanpassen/Onderhoud>  <Aanpassen beeldkwaliteit>  <Instellingen ditherpatroon>.
2
Selecteer het rasterpatroon.
<Patroon 1> is de standaardinstelling.
<Patroon 2> verbetert de reproductie van highlightgebieden van de afgedrukte afbeelding. Deze instelling kan worden gebruikt wanneer witte vlekjes op afdrukken verschijnen door problemen met de tonerfixatie of wanneer u een vloeiende reproductie van blauwe luchten, muren, huid enzovoort wilt krijgen.
3
Druk op <OK>.
4
Druk op <Ja> en voer automatisch gradatieaanpassing (volledige aanpassing) uit.
Aangezien dit tot een slechte kleurbalans kan leiden, moet u automatische gradatieaanpassing (volledige aanpassing) uitvoeren na het wijzigen van de instellingen. Gradatie aanpassen

Handleidingen voor andere producten zoeken
imageRUNNER ADVANCE C356i III / C356P III / C256i III
Gebruikershandleiding (producthandleiding)
USRMA-4018-022019-12Copyright CANON INC. 2019