Configureren van instellingen voor het beveiligingsbeleid

Machine-instellingen voor gegevensbeveiliging kunnen worden toegepast en in een batch beheerd. Het wordt aanbevolen dat de beheerder voor gegevensbeveiliging die uw beveiligingsbeleid moet beheren, het beveiligingsbeleid op de machine toepast conform het beleid van uw organisatie. Om het beveiligingsbeleid te configureren, logt u met beheerdersbevoegdheden in op de Remote UI (UI op afstand).
1
Start de Remote UI (UI op afstand). De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op [Settings/Registration] op de portaalpagina. Remote UI (UI op afstand)-scherm
3
Klik op [Security Settings]  [Security Policy Settings].
4
Klik op [Security Policy Settings].
De voorzorgsmaatregelen voor de instellingen worden weergegeven. Lees en begrijp de inhoud ervan.
Als er geen wachtwoord is geconfigureerd (Gebruik van een wachtwoord ter beveiliging van de instellingen voor het beveiligingsbeleid), lees de inhoud dan en klik op [OK] om verder te gaan met stap 6.
5
Voer het wachtwoord in en klik op [Log In].
6
Configureer de noodzakelijke items en klik op [OK].
Voor informatie over de instellingen raadpleegt u Instellingen voor het beveiligingsbeleid.
De instellingen voor items die hier met een vinkje zijn aangegeven, kunnen niet worden gewijzigd met  (Instellingen/Registratie) of de Remote UI (UI op afstand).
Bij machine-instellingen die zijn gewijzigd terwijl instellingen voor beveiligingsbeleid waren toegepast, kunt u het selectievakje niet eenvoudigweg wissen om de eerder ingestelde waarde te herstellen. Om de instellingen te wijzigen, gebruikt u  (Instellingen/Registratie) of de Remote UI (UI op afstand).
7
Klik op [OK].
Als een beveiligingsbeleid is geconfigureerd, wordt een melding weergegeven dat functies en bewerkingen zijn beperkt wanneer het scherm <Instellingen/Registratie> wordt weergegeven op het bedieningspaneel of de Remote UI (UI op afstand).

Toepassen van instellingen voor het beveiligingsbeleid op een ander apparaat

U kunt de instellingen voor het beveiligingsbeleid op de machine importeren en exporteren. Door hetzelfde beleid toe te passen op meerdere apparaten*, kunt u alle apparaten in uw organisatie met identieke instellingen beheren. De gegevens van instellingen importeren/exporteren
* Alleen Canon-apparaten die compatibel zijn met de instellingen voor het beveiligingsbeleid
De instellingen voor het beveiligingsbeleid kunnen alleen worden geïmporteerd als het wachtwoord voor die instellingen op de exporterende machine overeenkomt met dat van de importerende machine, of als er geen wachtwoord is ingesteld voor de importerende machine. Als er geen wachtwoord is ingesteld voor de importerende machine, wordt het wachtwoord dat is geconfigureerd voor de exporterende machine, ingesteld op de importerende machine.
6RFJ-09E