Het apparaat configureren voor afdrukken vanaf een computer

Wanneer u het apparaat gebruikt als netwerkprinter, kunt u de protocollen en poorten configureren die u wilt gebruiken voor afdrukken en een afdrukserver instellen voor het apparaat. Voordat u de machine instelt voor afdrukken vanaf een computer, voert u eerst de basisinstallatieprocedures uit, met inbegrip van de installatie van printerstuurprogramma's.
N.B.
Afdrukprotocollen zijn regels die moeten worden gevolgd om documentgegevens die zijn gemaakt op een computer, af te leveren op het apparaat. U kunt een afdrukprotocol selecteren op basis van het doel van de afdruktaak of de netwerkomgeving.
Poorten zijn gateways om documentgegevens door te geven van een computer naar de printer. Als het niet lukt documenten af te drukken vanaf een netwerkcomputer, wordt dit vaak veroorzaakt door onjuiste poortinstellingen.
0X40-045