
![]() |
Als <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de communicatielogboeken niet raadplegen. <Weergave opdrachtlog> |
De status controleren van verzonden en ontvangen documenten1 | Selecteer het document waarvoor u de status wilt controleren op het tabblad <Status TX-opdracht> of <Status RX-opdracht>. ![]() Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, wordt het aantal opgegeven bestemmingen op het scherm weergegeven. U kunt de gegevens van opgegeven meerdere bestemmingen controleren door <Bestemming> te selecteren. |
De communicatielogboeken controleren voor verzonden en ontvangen documenten1 | Selecteer het document waarvoor u het logboek wilt controleren op het tabblad <TX-opdrachtlog> of <RX-opdrachtlog>. <OK> geeft aan dat een document zonder problemen is verzonden of ontvangen, en <Fout> betekent dat een document niet is verzonden of ontvangen omdat de bewerking is geannuleerd of omdat er een fout is opgetreden. ![]() Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. ![]() Als er een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Voor meer informatie raadpleegt u 'Problemen oplossen (FAQ)’ op de website voor de handleidingen. De bestemming van het verzonden document toevoegen aan het adresboek Voor een document dat naar een bestemming is verzonden terwijl het niet in het adresboek is geregistreerd, kunt u die bestemming in het adresboek registreren door op het details-scherm <Regst bij Adr.boek> te selecteren. |