Witrand

Deze modus stelt u in staat afdrukken te maken waarbij de gehele afbeelding over een ingestelde afstand wordt verschoven naar links, rechts, boven of onder om zo een witrand op de afdrukken te maken. Gebruik deze modus om afdrukken te maken die u in ringmappen kunt opbergen.
Linkermarge geselecteerd
Rechtermarge geselecteerd
Bovenmarge geselecteerd
Ondermarge geselecteerd
BELANGRIJK
Deze modus kan alleen worden gebruikt voor het afdrukken van een bestand dat in een postbus is opgeslagen.

1.
Druk op → [Toegang opgesl. best.] → [Postbus].
2.
Selecteer het gewenste postvak → selecteer het gewenste bestand → druk op [Afdrukken].
3.
Druk op [Wijzig afdr.- instellingen].
4.
Druk op [Opties] → [Rugwit].
Om de papierbron te wijzigen, raadpleegt u "Papierselectie."
5.
Selecteer de witrandpositie.
6.
Druk op [Voorzijde] of [Achterz.] → druk op [-] of [+] om de margebreedte in te stellen → druk op [OK].
Druk op [-] of [+] om de margebreedte in te stellen.
N.B.
Als u de modi Witrand en 2-Zijdig afdrukken samen gebruikt en een bestand afdrukt dat al een witrand heeft, stelt u de modus Witrand alleen voor de achterzijde in.
Als u de modi Witrand en 2-Zijdig afdrukken samen gebruikt en een bestand afdrukt dat geen linker- of rechtermarge heeft, stelt u de Witrandmodus voor zowel de voor- als achterzijde in.
Als u een andere waarde invoert dan 0, kunt u overschakelen tussen een positieve en negatieve breedte van de rugmarge door op [±] te drukken.
Voorbeelden:
(+) 10 → [±] → - 10
- 50 → [±] → (+) 50
7.
Druk op [Sluiten].
52X3-185