Bestandsnaam

U kunt een bestandsnaam instellen die gebruikt moet worden wanneer u een document naar een e-mail-, I-fax-, bestandserver- of postbusbestemming verzendt. Als u geen bestandsnaam opgeeft, wordt deze automatisch opgegeven.
1.
Druk op → [Scannen en verzenden].
2.
Geef de bestemming op → druk op [Opties] → [Bestandsnaam].
3.
Druk op [Bestandsnaam].
4.
Voer een bestandsnaam in → druk op [OK] → [OK].
Als u naar een e-mailadres of bestandsserver verzendt, geeft u zo nodig [Auto (OCR)] op.
Indien u [OCR (Doorz. tekst)] bij [PDF], [XPS], [OOXML] instelt als bestandsindeling, kunt u [Auto (OCR)] inschakelen om het bestand automatisch een naam te geven door het eerste tekstblok uit te nemen en dat als documenttitel te nemen. U kunt het aantal tekens dat als bestandsnaam worden gebruikt voor het [Auto (OCR)] in <Aantal OCR best. naam tekens> instellen in Instellingen OCR (Doorzoekbare tekst). (Zie "Instellingen voor aanmaken doorzoekbaar PDF/XPS/OOXML.")
BELANGRIJK
Het is mogelijk dat het gewenste tekstblok niet als bestandsnaam wordt ingesteld, afhankelijk van de lay-out van het document etc.
Tekens zoals komma's (,), schuine strepen (/) of haakjes ([,]) zijn ongeldig wanneer een bestand wordt verzonden. Ze zullen niet als bestandsnaam worden uitgenomen.
Als al een documentnaam is ingevoerd, zal het uitgenomen tekstblok op het einde van de bestandsnaam worden toegevoegd. Tekens na de limiet worden geannuleerd.
U kunt de modus versleutelde PDF en [Auto (OCR)] niet tegelijkertijd instellen.
N.B.
Wanneer u documenten via e-mail of I-fax verzendt, wordt elke pagina als separate afbeelding bijgesloten bij een e-mailbericht of als separate TIFF-afbeelding bij een I-fax. De bestandsextensie van het document komt overeen met de bestandsindeling die u voor de verzending hebt geselecteerd. De bestandsnaam wordt als volgt toegewezen:
Als u de bestandsnaam selecteert:
De bestandsnaam bestaat uit de bestandsnaam zoals die is ingevoerd plus drie cijfers die het paginanummer van de afbeelding aangeven.
Voorbeeld: file name_002.tif
Als u de bestandsnaam niet selecteert:
De bestandsnaam bestaat uit het opdrachtnummer (0001 tot 4999) plus drie cijfers die het paginanummer van de afbeelding aangeven.
Voorbeeld: 1231_002.tif
Wanneer u documenten naar een bestandserver verzendt, wordt elke pagina als separate afbeelding verzonden en opgeslagen. De bestandsextensie van het document komt overeen met de bestandsindeling die u voor de verzending hebt geselecteerd. De bestandsnaam wordt als volgt toegewezen:
Als u de bestandsnaam instelt:
Als u Verdeel in pagina's gebruikt:
De bestandsnaam bestaat uit de bestandsnaam zoals ingevoerd, het jaar, de maand, de dag, het uur, de minuut en de seconde waarop het document wordt verzonden en uit vijf cijfers die het paginanummer van de afbeelding aangeven.

Voorbeelden:
bestandsnaam_20160707203000_00002.tif
bestandsnaam_20160707203000_00002.jpg
bestandsnaam_20160707203000_00002.pdf
bestandsnaam_20160707203000_00002.xps

Als u Verdeel in pagina's niet gebruikt:
Het voorvoegsel van de bestandsnaam wordt gevormd door de bestandsnaam, het jaar, de maand, de dag, het uur, de minuut en de seconde waarop het bestand wordt verzonden.

Voorbeelden:
file name_20160707203000.tif
file name_20160707203000.pdf
file name_20160707203000.xps

Als u geen naam voor het bestand instelt:
Als u Verdeel in pagina's gebruikt:
Het voorvoegsel van de bestandsnaam bestaat uit het jaar, de maand, de dag, het uur, de minuut en de seconde waarop het document wordt verzonden en uit vijf cijfers die het paginanummer van de afbeelding aangeven. Voorbeelden:20160707203000_00002.tif20160707203000_00002.jpg20160707203000_00002.pdf20160707203000_00002.xps
Als u Verdeel in pagina's niet gebruikt:
De bestandsnaam bestaat uit het jaar, de maand, de dag, het uur, de minuut en de seconde dat het bestand wordt verzonden. Voorbeelden:20160707203000.tif20160707203000.pdf20160707203000.xps
U kunt een bestandsnaam aangeven met de externe UI wanneer u verzendt naar een e-mail/I-faxadres of een server die is opgeslagen in [Favor.- instel.]. (Zie "Specifying a File Name for Transmission to a Destination in Favorite Settings.")
5.
Druk op [Sluiten].

BELANGRIJK
Als u tekens gebruikt zoals achterwaartse slash (\), voorwaartse slash (/), dubbele punten (:), sterretjes (*), vraagtekens (?), dubbele aanhaaltekens ("), haakje openen (<), haakje sluiten (>) en verticale strepen (|) in de documentnaam kunt u het bestand niet verzenden naar bestandservers die draaien op besturingssystemen die dergelijke tekens niet herkennen.
52X3-14E