Bestandserver opgeven via de toets Bladeren (Windows (SMB))

U kunt op de machine een bestandserver vanuit een werkgroep aangeven of de domeinnaam van een Active Directory server aangeven.
1.
Druk op → [Scannen en verzenden] → [Nieuwe bestemming].
2.
Druk op [Bestand].
3.
Druk op de vervolgkeuzelijst → selecteer [Windows (SMB)].
4.
Druk op [Bladeren].
BELANGRIJK
Na het inschakelen van de machine dient u de bij [Wachttijd voor verbinding bij opstart] ingestelde tijd te wachten voordat u op [Bladeren] drukt. Verzending via het netwerk is pas mogelijk nadat deze opstartperiode is verstreken. (Zie "Setting the Waiting Time for Connection at Startup.")
5.
Selecteer de gewenste werkgroep.
U kunt de werkgroep ook selecteren in een lijst met Active Directory serverdomeinnamen die in de machine zijn opgeslagen door in de keuzelijst op [Directory] te drukken.
Als u een domeinnaam van een directoryserver wilt opslaan, drukt u op [Registreren] → voer de domeinnaam van de server in.
N.B.
U kunt maximaal vijf Directoryservers opslaan.
Om een domeinnaam te bewerken, selecteert u de domeinnaam die u wilt bewerken → druk op [Bewerken].
Om een domeinnaam te verwijderen, selecteert u de domeinnaam die u wilt verwijderen → druk op [Verwijd.].
6.
Selecteer de gewenste bestandsserver → selecteer de map → druk op [OK].
Om één niveau hoger te gaan, drukt u op [Boven].
Als het scherm Voer netwerkwachtwoord in verschijnt, voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in → druk op [OK].
Om nog een bestemming toe te voegen, drukt u op [Volgende bestemming] → herhaal stappen 3 t/m 6.
BELANGRIJK
U kunt niet zoeken naar een bestemming via een LDAP-server als de tijdsinstellingen van de server en van de machine meer dan vijf minuten verschillen.
7.
Druk op [OK].
52X3-12C