De authentificatiemethode voor de SMTP-server opgeven
U kunt de authentificatiemethode opgeven om toegang te krijgen tot een SMTP-server.
Administrator instellingen
Selecteer de authentificatiegegevens die worden gebruikt om toegang te krijgen tot een SMTP-server.
1.
Druk op
.
2.
Druk op [Functie-instellingen] → [Algemeen] → [Verificatiemethode instellen] → [Gebruikte info. voor verificatie SMTP-server].
3.
Selecteer de informatie die wordt gebruikt voor SMTP-serverauthentificatie.
Onderstaand treft u een uitleg van deze items aan:
[Apparaatinstellingen]: | Maakt gebruik van de informatie voor SMTP-serverauthentificatie die in de machine is ingesteld. (Zie "Standaard communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax.") Verdere instellingen zijn niet vereist voor elke gebruiker. |
[Reg.geg. vr elke gebr.]: | Hierbij worden de authentificatiegegevens gebruikt die door elke gebruiker van een SMTP-server zijn geregistreerd. Verdere instellingen zijn vereist voor elke gebruiker. |
4.
Druk op [OK].
Instellingen voor elke gebruiker
1.
Log in bij de machine.
2.
Druk op
→ [Scannen en verzenden] →
→ [Gegevens voor elke gebr. registreren/bewerken].
N.B. |
U kunt informatie van registreren vanuit op [Scannen en verzenden] op het scherm met basisfuncties, [Toegang opgesl. best.] op het scherm Verzenden en [Fax/I-Fax postbus] op het scherm Verzenden. |
3.
Druk op [Verificatiegegevens SMTP-server].
4.
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die voor SMTP-serverauthentificatie worden gebruikt → druk op [OK].