Instelling om Geïntegreerde authentificatie uit te schakelen

U kunt de volledige functies van Geïntegreerde authentificatie beperken, ongeacht de instellingen van de authentificatiemethode. Indien u Geïntegreerde authentificatie uitschakelt, is het verplicht om authentificatiegegevens in te voeren voor specifieke bewerkingen, omdat het gebruik van logingegevens van de machine voor andere authentificatie beperkt zal zijn.
De specifieke bewerkingen zijn de volgende:
Naar persoonlijke mappen verzenden
Naar een LDAP-server verzenden
Naar een bestandsserver verzenden
Andere functies gebruiken die Geïntegreerde authentificatie gebruiken
Om de methode voor geïntegreerde authentificatie uit te schakelen, moet u de machine via een webbrowser benaderen en erop inloggen. In dit onderdeel worden de procedures voor toegang tot de machine vanaf de portal pagina van de UI op afstand beschreven.
BELANGRIJK
Indien u Geïntegreerde authentificatie uitschakelt, is het mogelijk dat zich een authentificatiefout voordoet wanneer bestanden naar persoonlijke mappen worden verzonden. Als u Geïntegreerde authentificatie wilt uitschakelen terwijl u de persoonlijke mappen onder de Home-map opgeeft, moet u authentificatiegegevens voor elke gebruiker registreren.
U kunt de instellingen van de persoonlijke mappen opgeven in [Specificatiemethode persoonlijke map] bij [Functie-instellingen] (Instellingen/registratie). Zie "Persoonlijke mappen opgeven." voor meer informatie
N.B.
Neem contact op met uw officiële plaatselijke Canon-verdeler om te weten of de loginservice of andere services die u gebruikt, Geïntegreerde authentificatie ondersteunen.

1.
Start uw webbrowser → voer de volgende URL in de adresbalk in.
http://<IP-adres van de machine of de hostnaam>
De pagina [Inloggen] wordt getoond.
2.
Selecteer [System Manager Mode] → voer <System Manager ID:> en <System Manager PIN:> in → klik op [Log In].
Als Afdeling-ID beheer of authentificatie voor SSO-H is ingesteld, voert u de voor inloggen benodigde items in.
3.
Klik op [Shared Credential Management Service] op de portaalpagina van de UI op afstand.
4.
Selecteer het item voor <Setting to Disable Integrated Authentication> → klik op [Update].
Onderstaand treft u een uitleg van deze items aan:
[Disable integrated authentication]:
Schakel de functie voor geïntegreerde authentificatie uit, ongeacht de authentificatiemethode.
[Disable integrated authentication using credentials for local device authentication]:
Schakel geïntegreerde authentificatie uit wanneer u de authentificatiemethode met een lokaal apparaat gebruikt.
[Disable integrated authentication using credentials for LDAP server authentication]:
Schakel geïntegreerde authentificatie uit wanneer u de authentificatiemethode met een LDAP-server gebruikt.
BELANGRIJK
Wijzigingen van de instellingen zijn actief als de machine opnieuw is opgestart.
52X3-23U