Registreren van een faxnummer

Deze modus kan worden ingesteld wanneer de faxfunctie op afstand beschikbaar is voor gebruik. Zie "Optionele producten die nodig zijn voor elke functie." voor informatie over de optionele producten die zijn vereist om de faxfunctie op afstand te gebruiken
1.
Druk op .
2.
Druk op [Registreer bestemmingen] → [Stel bestemming in].
3.
Druk op [Registreer nieuwe best].
4.
Druk op [Fax].
5.
Druk op [Naam].
6.
Voer een naam voor de bestemming in → druk op [Volgende].
7.
Druk op de vervolgkeuzelijst → selecteer een adressenlijst uit adressenlijsten 1 t/m 10.
Adreslijsten zijn een handige manier om bestemmingen in te delen.
Het faxnummer dat u invoert, wordt opgeslagen in de geselecteerde adreslijst.
8.
Voer het faxnummer van de andere partij in met - (numerieke toetsen), en .
Voor instructies voor het uitvoeren van deze bewerking vanaf het Faxscherm raadpleegt u "Scherm met basisfuncties voor faxen" in "Overzicht van deze functie."
BELANGRIJK
U kunt aan het begin van een nummer geen pauze of spatie plaatsen.
N.B.
Als u aan het einde van het nummer een pauze invoert, zal de pauze altijd 10 seconden duren.
Druk op [Stel details in] om het subadres, het wachtwoord, ECM TX, de verzendsnelheid en Internationaal in te stellen. Als de machine is ingesteld om meerdere lijnen te gebruiken, kunt u tevens de lijn selecteren die moet worden gebruikt voor het verzenden.
Druk op [Stel details in] → geef elke instelling op → druk op [OK].
[Subadres], [Wachtwoord]:
Druk op [Subadres] → voer het wachtwoord van de andere partij in met - (numerieke toetsen), en .
Druk op [Wachtwoord → voer het wachtwoord van de andere partij in met - (numerieke toetsen), en .
Druk op [Bevestigen] → voer het wachtwoord van de ontvanger ter bevestiging opnieuw in → druk op [OK].
Als de andere partij geen wachtwoord heeft ingesteld voor het subadres, hoeft u geen wachtwoord in te voeren.
<Verzendsnelheid>:
Druk op de vervolgkeuzelijst <Verzendsnelheid> → selecteer <Verzendsnelheid>.
Als de verzending van uw document traag op gang komt, dan kan dit betekenen dat de telefoonlijnen in uw district in slechte staat zijn. Selecteer een lagere snelheid. U kunt [33600 bps], [14400 bps], [9600 bps] of [4800 bps] selecteren.
<Selecteer lijn>:
Druk op de keuzelijst <Selecteer lijn> → selecteer de lijn.
BELANGRIJK
Het aantal lijnen dat u kunt selecteren, wordt bepaald door de instelling bij [Aantal TX-lijnen] in [Instellingen TX fax op afstand] in [Functie-instellingen] (Instellingen/Registratie). (Zie "Instellingen Fax TX op afstand.")
[Auto]: Een lijn wordt geselecteerd conform de instellingen die u aangeeft voor [Prioriteit TX] onder Selecteer TX lijn bij [Functie-instellingen] (Instellingen/Registratie). (Zie "Instellingen Fax TX op afstand.")
<Internationaal>:
Druk op de keuzelijst <Internationaal> → selecteer de gewenste instelling.
Selecteer [Internationaal (1)] als er regelmatig storingen optreden bij verzending wanneer u documenten internationaal verzendt (wanneer het nummer is opgeslagen in het adresboek). Als de fout niet is verholpen, kunt u ook [Internationaal (2)] of [Internationaal (3)] selecteren.
<ECM TX>:
Selecteer [Aan] als u de ECM-ontvangst wilt uitvoeren.
BELANGRIJK
Als u aan uw verzendopdracht een subadres wilt hechten, controleer dan of het faxapparaat van de ontvanger de standaard ITU-T-subadressen ondersteunt. (Zie "Verzenden met een subadres.")
9.
Druk op [Sluiten] → [OK].
Als u Toegangsnummerbeheer uitvoert voor het Adresboek, voer dan de volgende bewerking uit.
Druk op [Volgende] → [Toegangsnummer] → [Toegangsnummer].
Voer het toegangsnummer in met - (numerieke toetsen) → druk op [Bevestigen].
Voer ter bevestiging het toegangsnummer opnieuw in → druk op [OK] → [OK].
52X3-0FJ